5 februari 2025

Fiscale hervormingen in de pijplijn: wat is de impact op financiële producten

Op zondag 2 februari, na 236 dagen onderhandelen, werd een akkoord bereikt over de vorming van een nieuwe federale regering. Het federaal regeerakkoord van Bart De Wever bevat een aantal fiscale maatregelen, die een impact zullen hebben op het financieel vermogen van de Belgen.

Deze maatregelen bevinden zich momenteel nog in ontwerpfase maar moeten in wetgeving worden opgenomen. De datum van inwerkingtreding, alsook eventuele overgangsbepalingen zijn evenwel nog niet gekend, maar in het regeerakkoord staat dat alle fiscale maatregelen vanaf 2026 zullen worden geïmplementeerd.

Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

1. ‘Solidariteitsbijdrage’ van 10% op meerwaarden

Er zal een algemene belasting van 10% op meerwaarden op financiële activa, waaronder ook crypto-activa, worden ingevoerd. Deze maatregel zal geen terugwerkende kracht hebben. Dit betekent dat de historische meerwaarden vrijgesteld zullen worden en alleen waardestijgingen vanaf de inwerkingtreding van de belasting belastbaar zullen zijn.

Om de kleine beleggers te beschermen, wordt er voorzien in een vrijstelling van meerwaarden tot 10.000 euro.

Voor belangrijke deelnemingen van minstens 20% wordt er een systeem van progressieve vrijstellingen en afzonderlijke tarieven voorzien.

  • een bedrag van 1 miljoen euro zal altijd worden vrijgesteld.
  • het bedrag van de meerwaarde tussen 1 miljoen en 2,5 miljoen euro zal belast worden aan 1,25%.
  • het bedrag van de meerwaarde tussen 2,5 en 5 miljoen euro zal belast worden aan 2,5%.
  • het bedrag van de meerwaarde tussen 5 en 10 miljoen euro zal belast worden aan 5%.
  • het bedrag van de meerwaarde boven 10 miljoen euro zal belast worden aan 10%.

Minderwaarden m.b.t. deze categorie van inkomsten zijn aftrekbaar in hetzelfde aanslagjaar, maar kunnen niet worden overgedragen.

Sommige vragen zijn nog onbeantwoord:

  • De vraag is of er vrijstellingen zullen gelden voor deelnemingen van minder dan 20%.
  • Wat ook nog moet worden verduidelijkt, is de combinatie van deze nieuwe maatregel met bestaande regelingen voor de belasting van meerwaarden op aandelen, zoals de belasting van 33% van de meerwaarden op aandelen die niet kwalificeren als normaal beheer van privévermogen of de belasting van 16,5% van meerwaarden op aandelen bij overdracht van participaties van 25% of meer in binnenlandse vennootschappen aan een rechtspersoon gevestigd buiten de EER. Ook is er nog geen duidelijkheid over de interactie met de Reynderstaks voor beleggingen in icb’s die voor meer dan 10% in schuldvorderingen belegd zijn.

2. Het regime van de Definitief Belaste Inkomsten (DBI) zal een vrijstelling worden i.p.v. een aftrek

Concreet zal dit gebeuren via een verhoging van de begintoestand van de reserves.

De participatievoorwaarde van 10% blijft ongewijzigd, maar de drempel van 2,5 miljoen euro wordt verhoogd naar 4 miljoen euro voor en tussen grote ondernemingen en wordt gekoppeld aan de voorwaarde dat de deelneming de aard van financieel vast actief moet hebben (Deze voorwaarde is echter niet opgenomen in de Franse versie van de regeringsovereenkomst). De verstrenging van de participatievoorwaarde geldt niet voor kleine en middelgrote ondernemingen, maar alleen voor en tussen grote ondernemingen.

Worden als ‘grote onderneming’ beschouwd, de ondernemingen die gedurende minstens 2 van de laatste 3 afgesloten belastbare tijdperken, een gemiddeld personeelsbestand hadden van minstens 250 FTE’s én ofwel een omzet hebben van minstens 50 miljoen euro (exclusief BTW) ofwel een balanstotaal van minstens 43 miljoen euro.

3. DBI-beveks: belasting van 5%

Het regime van de DBI-bevek blijft behouden, maar er zal een belasting van 5% worden geheven op de meerwaarde bij uitstap.

Bovendien zal de mogelijkheid om de roerende voorheffing te verrekenen met de vennootschapsbelasting alleen mogelijk zijn als de ontvangende vennootschap in het inkomstenjaar van ontvangst van de uitkering, een minimumvergoeding toekent aan haar bedrijfsleider (50.000 euro, te indexeren).

Deze maatregel maakt het belastinglandschap voor investeringen nog complexer.

4. Permanente (para)fiscale regularisatie (‘EBA Quinquies’)

Als antwoord op het huidige juridisch vacuüm voorziet het regeerakkoord in de uitwerking van een nieuwe (para)fiscale regularisatieprocedure. Dit zou een permanente procedure moeten worden (en niet langer een ‘eenmalige’ procedure, zoals in de vier voorgaande).

De beoogde procedure zal strenger zijn en voorzien in een belasting van 30% voor fiscaal niet-verjaard kapitaal en 45% voor fiscaal verjaard kapitaal. Er zou een uitzondering komen voor belastingplichtigen die hun goede trouw kunnen bewijzen (we denken bijvoorbeeld aan erfgenamen).

Hierover zal echter een akkoord moeten worden gesloten met de drie Gewesten, die bevoegd zijn voor de registratierechten, in het bijzonder de erfbelasting.

We kunnen ons dus aan een EBA Quinquies verwachten (maar dan een permanente en niet langer een ‘eenmalige’ procedure) met een nieuw regionaal luik voor de erfbelasting. Op zich is dit een goede zaak en een duidelijk antwoord op de vraag uit de praktijk. De uitzondering voor de goede trouw wekt grote verwachtingen, bijvoorbeeld voor erfgenamen.

5. Jaarlijkse taks op effectenrekeningen

Het tarief van de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen van 0,15% blijft behouden en zal niet stijgen naar 0,25%, zoals eerder werd aangekondigd. Wel zal er worden onderzocht hoe men misbruik kan aanpakken.

Conclusie

Na vele aankondigingen is er eindelijk iets meer duidelijkheid over de belastingmaatregelen die zullen worden genomen, ook al bevat het federaal regeerakkoord nog veel grijze gebieden. We zullen u zeker op de hoogte houden van toekomstige ontwikkelingen zodra de wetsontwerpen en definitieve teksten zijn gepubliceerd.


Isabelle Verhulst
Head Of Wealth Analysis & Planning


De informatie in dit document houdt geen advies in over financiële planning met betrekking tot uw persoonlijke situatie. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. De vermelde cijfers geven de situatie op een bepaald moment weer en kunnen veranderen.