Europese economie houdt stand, Duitsland ontsnapt aan recessie

De economie in de eurozone presteerde redelijk tijdens de maanden juli tot en met september, zo leren de nieuwe cijfers van Eurostat, en dit ondanks de recessievrees en het verslechterde economische klimaat. Zelfs Duitsland ontsnapt nipt aan een recessie en noteerde een positieve groei van 0,1% ten opzichte van het tweede kwartaal. De groei in de Eurozone bedroeg 0,2% op kwartaalbasis en 1,2% ten opzichte van een jaar geleden.

De cijfers zijn bescheiden, maar komen voor de meeste economen als een positieve verrassing, zeker wat Duitsland betreft. Ook voor het laatste kwartaal van 2019 zijn de vooruitzichten nu gematigd positief, mede dankzij het herstel van het vertrouwen in het internationale handelsklimaat als gevolg van enerzijds het staakt-het vuren in de handelsoorlog tussen de VS en China en anderzijds de verhoogde kans op een onderhandelde Brexit eind januari.

Maar de groei in de Eurozone blijft dus laag, hoewel het totaalcijfer vooral naar beneden getrokken wordt door de Duitse groeivertraging. Duitsland, tijdens de afgelopen jaren de motor van de Europese economie, stevende af op een recessie. Na een negatieve groei in het tweede kwartaal, werd ook een krimp in het derde kwartaal verwacht, wat voldoende is om van een technische recessie te kunnen spreken. Dat de Duitse industriële productie tijdens de maanden juli tot september gemiddeld daalde met 4,5% beloofde niet veel goeds, maar dankzij een goed presterende bouwsector, overheidsuitgaven en een sterke consumptie werd een recessie dus nipt vermeden.

De andere grote economieën zoals Frankrijk en Spanje, presteerden goed met respectievelijk een groei van 1,3% en 2% in het derde kwartaal. Ook België deed het zeer goed met een groei van 1,6% op jaarbasis.

De groei in de Eurozone wordt nog steeds ondersteund door de sterke arbeidsmarkt; in het derde kwartaal nam de werkgelegenheid toe met 1% op jaarbasis. Ook de stijgende lonen en de lagere inflatie doen de koopkracht van de Europese consumenten en dus de consumptie toenemen. Verder draagt ook het soepele monetaire beleid bij aan een hogere koopkracht en binnenlandse vraag.


De ernstige problemen in de Duitse industrie lijken zich bovendien niet te verspreiden naar de rest van de Eurozone. Bovenstaande grafiek toont aan dat de andere grote economieën van de Eurozone geen of slechts een zeer lichte terugval kennen in industriële productie. Een kleinere afhankelijkheid van export en dus van de globale vraag naar industriële producten in deze landen speelt hierbij zeker een rol. De grafiek geeft eveneens aan dat de neerwaartse beweging in Duitsland zich voordoet na een periode van zeer sterke industriële groei.

Deze informatie (en de eventuele bijgaande documenten) is louter bedoeld ter algemene informatie en vormt in geen geval een aanbod betreffende financiële, bank-, verzekerings- of andere producten en diensten, noch een beleggingsadvies.

Deel deze pagina: