Nicolas Deltour
Head of Investment Strategy
Els Vander Straeten
Investment Strategy
9 augustus 2023
Nicolas Deltour
Head of Investment Strategy
Els Vander Straeten
Investment Strategy
Heel wat factoren dragen sinds midden 2021 bij aan de stijging van de inflatie. In eerste instantie de krapte langs de aanbodzijde door de lockdown en de oorlog in Oekraïne, later de nog steeds sterke vraag (eerst naar goederen en bij de heropening van de economieën naar diensten). Ten slotte de hogere kosten en lonen die doorgerekend worden in de prijzen. Daarnaast verhoogden bedrijven met prijszettingsmacht hun winstmarges. Meer en meer komt er kritiek op de zogenaamde graaiflatie. Bedrijven die hun prijzen sterker optrekken dan hun kosten gestegen zijn en zo de inflatie nog meer aanwakkeren.
Uit een studie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) blijkt dat bijna de helft (45%) van de inflatie in Europa in 2022 toe te schrijven was aan hogere bedrijfswinsten, 40 procent was het gevolg van hogere invoerprijzen en slechts 25 procent van hogere loonkosten – lagere taksen remden de inflatie enigszins af (-10%). De bevindingen van het IMF sluiten aan bij een eerdere studie van de Europese Commissie.1
Elk bedrijf tracht zijn winst te maximaliseren en hierbij speelt de prijselasticiteit van de vraag een rol. M.a.w. hoe reageert de consument op een prijsverhoging. Na de covid-19 crisis beschikken zowel de gezinnen als de bedrijven over een goed gevuld spaarpotje. Er was dus ruimte om de winstmarges te verhogen, net omdat de (inhaal) vraag groot was. Het lijkt er op dat de consumenten de hogere prijzen accepteren en ze niet zien als een reden om naar een goedkopere concurrent over te stappen.
Toch lijkt daar stilaan verandering in te komen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de recente kwartaalresultaten van Unilever. Het bedrijf kan de prijzen verhogen, maar het volume aan verkochte goederen daalt. Het volumeverlies is weliswaar kleiner dan de prijsstijging (dus hogere winstmarge), maar toch... een eerste teken aan de wand. Uit de cijfers van Carrefour blijkt bijvoorbeeld dat de eigen – goedkopere – huismerken een snelle opgang maken.
De totale looninflatie is toegenomen, maar blijft in de meeste landen achter bij de prijsinflatie. De reden is eenvoudig en heeft weinig te maken met graaiflatie. Lonen reageren trager op prijsschokken omdat loononderhandelingen tijd vragen. Prijzen stijgen ook sneller dan lonen wanneer de vraag veel groter is dan wat de economie kan produceren. Hierdoor zijn in de ontwikkelde en grote opkomende markteconomieën de reële lonen gedaald, met ongeveer 3,8 procent tussen het eerste kwartaal van 2022 en 2023.2
De sterke arbeidsmarkt - met werkloosheidscijfers onder, en werkgelegenheidsniveaus boven, hun pre-COVID niveaus in veel economieën – maakt dat het IMF verwacht dat de reële lonen hun achterstand zullen inhalen. De kloof tussen beide begint zelfs kleiner te worden.2
De hogere winstmarges zouden de bedrijven in staat moeten stellen de (toekomstige) looneisen te compenseren. De Europese Commissie verwacht dat de bijdrage van de winsten aan de binnenlandse prijsdruk in de EU hoog zal blijven in 2023, maar aanzienlijk zal afnemen in 2024.3
De vermindering van knelpunten aan de aanbodzijde, de afbouw van fiscale steun, de gedaalde spaarquote en de zwakke wereldwijde economische activiteit kunnen leiden tot een terugkeer naar de patronen van voor de pandemie, toen de winsten per eenheid product traditioneel een buffer vormden voor de stijgingen van de arbeidskosten per eenheid product, net omdat bedrijven zullen proberen hun marktaandeel te behouden. Een bescherming tegen de risico’s van het ontstaan van de gevreesde loon-prijsspiraal. Nu de economie vertraagt, zou de druk van de markt moeten helpen om de doorwerking van arbeidskosten naar prijzen te beperken.
Greedflation is één van de verklaringen voor de sterke prestatie van de beurzen sinds oktober 2022. Zoals uit de studies van de EU en het IMF blijkt, hebben de hogere winstmarges bijgedragen aan de inflatie. Beschuldigingen aan bedrijven dat ze misbruik maken van de economische toestand is echter te kort door de bocht. Financieel gezonde bedrijven zijn nodig voor een goede werking van de markteconomie. Uiteindelijk beslist de consument of hij al dan niet een aankoop doet en of hij op zoek gaat naar goedkopere concurrenten. Voor 2024 verwachten we dat bedrijven het moeilijker zullen krijgen om de winstmarges verder te verhogen. Dit verklaart mee onze neutrale grade voor aandelen.
1 Bron: IMF - Europe’s Inflation Outlook Depends on How Corporate Profits Absorb Wage Gains – 26-06-2023
2 Bron: IMF - Global Economy on Track but Not Yet Out of the Woods - 25-07-2023
3 Bron: European Economic Forecast – Spring 2023
Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, geeft de visie van Belfius Bank op de financiële markten weer. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. Als u gepersonaliseerd beleggingsadvies wil, kan u daarvoor terecht bij uw financieel adviseur. Die bekijkt graag met u welke gevolgen deze visie mogelijk heeft voor uw persoonlijke beleggingsportefeuille. De vermelde cijfers zijn een momentopname en onderhevig aan wijzigingen.
De vermelde ondernemingen dienen enkel ter illustratie en vormen geen aankoopaanbeveling