Nicolas Deltour
Head of Investment Strategy
Frédéric Heirebaudt
Investment Strategy
10 januari 2024
Nicolas Deltour
Head of Investment Strategy
Frédéric Heirebaudt
Investment Strategy
In 2024 is het 140 jaar geleden dat de eerste beursindex het levenslicht zag. Dat was de Dow Jones Railroad Average, die indertijd 11 aandelen bevatte, voornamelijk van spoorwegmaatschappijen. Charles Dow is vrij onbekend in de moderne financiële wereld, en toch heeft hij heel wat veranderingen teweeg gebracht die vandaag nog altijd door velen worden toegepast of gevolgd. Een beknopte uitleg bij zijn theorie.
Charles Dow werd geboren op 6 september 1851 en was eerst een autodidact-journalist in de Amerikaanse staat Connecticut. In de jaren 1880 verhuisde hij naar New York en daar richtte hij een financieel persagentschap op met een voormalige collega, Edward Jones genaamd. Samen, zoals de naam suggereert, richtten zij de firma Dow Jones op. Ze vestigden hun kantoor tegenover de beurs van New York in Wall Street, van waaruit ze financiële informatie konden verschaffen aan de marktpartijen.
Dow was de eerste die in 1884 een beursindex uit de grond stampte, voornamelijk met waarden van spoorwegmaatschappijen. Uiteraard zal hem dat later bekendheid opleveren. Maar bij de publicatie van zijn index in een klein dagblad, dat de voorganger zal zijn van de beroemde Wall Street Journal, kreeg hij kritiek van collega’s die beweerden dat een beursindex geen enkel nut had, want ‘wij handelen enkel in individuele waarden’!
Dow en Jones richtten de Wall Street Journal op en in 1896 de beroemde Dow Jones Industrial Average. In die tijd waren industriële waarden zoals General Electric kleine en heel speculatieve bedrijven, want de grote waarden waren hoofdzakelijk spoorwegmaatschappijen.
Het idee van Dow was aantonen dat de markt anticipeert. De markt houdt enkel rekening met informatie die naar de toekomst verwijst. Informatie van vandaag is dan ook niet belangrijk, want deze is al in de prijs verwerkt. Volgens Dow was een beursindex daarom nuttig als een voorspellende indicator van de economische situatie. Kleine randopmerking: vandaag doen we soms het omgekeerde! (We gaan uit van een macroscenario om de financiële markten te voorspellen).
Dow ligt aan de basis van een theorie die in zes delen werd ontwikkeld, en die nog steeds wordt gebruikt door technische analisten wereldwijd. Dit zijn de belangrijkste punten:
De koersen zijn het resultaat van alle beschikbare en verwachte informatie. Als er een nieuw element opduikt, kunnen de koersen op korte termijn heel snel worden aangepast. De beleggers reageren heel snel op elk nieuws, hun acties komen tot uiting in de koers van de prijs en dus op de grafiek.
De primaire trend is de hoofdoriëntatie van de markt op lange termijn. De secundaire trend corrigeert de primaire trend op middellange termijn. Het gaat hetzij om een consolidatie in de zgn. trading range (laterale koersevolutie) of om een hertekening van de koers (pull back). De tertiaire trend stemt overeen met de schommelingen van ondergeschikt belang op korte termijn in een secundaire trend.
Zoals reeds aangehaald riep Charles Dow onder meer de Dow Jones Industrial Average en de Dow Jones Transportation Average in het leven. Volgens hem heeft een belangrijke beweging enkel een duurzame betekenis als de indexen elkaar bevestigen. Die waarneming van hetzij de bevestigingen, hetzij de verschillen van de indexen, wordt vandaag nog altijd in grote mate geanalyseerd door de marktstrategen.
Heel wat analisten gebruiken het marktvolume om te oordelen door hoeveel marktspelers de huidige beweging daadwerkelijk wordt ondersteund. Om die reden ligt het tevens voor de hand dat het volume wellicht zal toenemen in de richting van de trend, aangezien de richting van de hoofdtrend per definitie sterker is dan de correcties ervan.
Die laatste bewering kan worden gerechtvaardigd door de traagheidswet van Newton. Volgens die wet blijft een lichaam in zijn staat van beweging tot een externe kracht die beïnvloedt. Volgens Dow werkt een trend eveneens volgens dat principe, aangezien de kans altijd groter is dat ze doorzet, dan wel dat ze omkeert. Ze geldt dus tot ze duidelijk een ommekeer vertoont.
Om dat te illustreren geven we een concreet voorbeeld van een opwaartse lange termijntrend die eindigde in maart 2021. Het kwantitatief model dat hier wordt gehanteerd, is gebaseerd op verscheidene mobiele gemiddelden op lange termijn. De geanalyseerde index is de MSCI China. De kleur van de kaars(vorm) op maandbasis geeft de trend weer, nl. groen voor een opwaartse trend, blauw voor neutraal en rood voor een neerwaartse trend. De vele rode kaarsen kwamen na de groene kaarsen van 2020 en begin 2021. Merk op dat we deze kwantitatieve analyse kunnen aanvullen met trendlijnen. Die laatste zijn subjectiever maar brengen dezelfde boodschap, nl. dat men moest uitstappen in maart 2021.
Rendementen uit het verleden vormen geen betrouwbare indicator voor toekomstige rendementen.
Bron: MSCI China Index (USD) 5 jaar op maandbasis: bron Refinitiv, Updata.
Charles Dow heeft dus niet alleen een significante bijdrage geleverd aan de huidige financiële wereld vanuit het oogpunt van de journalistiek en de beroemde Dow Jones Index, maar heeft ook veel bijgebracht aan de technische analyse/marktanalyse. Ondanks de aanzienlijke evolutie van de financiële markten blijft de door hem lang geleden uitgewerkte theorie momenteel nog altijd efficiënt en bruikbaar. Toch werd ze vaak overgenomen en voortdurend verbeterd door anderen na zijn overlijden op 4 december 1902.
Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, weerspiegelt de visie van Belfius Bank op de financiële markten. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. De vermelde cijfers geven de situatie op een bepaalde moment weer en kunnen veranderen.
De vermelde ondernemingen dienen enkel ter illustratie en vormen geen aankoopaanbeveling.
Rendementen uit het verleden, simulaties van rendementen uit het verleden en de voorspelde toekomstige rendementen van een financieel instrument, een financiële index, een strategie of een beleggingsdienst, zijn geen betrouwbare indicatoren voor toekomstige rendementen. Brutorendementen kunnen worden beïnvloed door provisielonen, kosten en andere lasten. Rendementen die uitgedrukt zijn in een andere munt dan die van de woonstaat van de belegger, zijn onderhevig aan wisselkoersschommelingen, die de meerwaarden positief of negatief kunnen beïnvloeden.