29 juli 2024

Isabelle Verhulst

Isabelle Verhulst
Head of Wealth Analysis & Planning


Als je getrouwd was onder het wettelijk stelsel, dit is het stelsel van gemeenschap, en gescheiden bent, kan je bij jouw pensionering geconfronteerd worden met de pijnlijke realiteit dat je bijna de helft van het kapitaal moet afstaan aan jouw ex-partner.


Welke types pensioenen bestaan er?


Doorgaans spreken we over 3 pijlers wanneer je over pensioenen spreekt.


De eerste pijler is gewoon het wettelijk pensioen. Het wordt uitbetaald door de overheid en wordt opgebouwd door jouw werkjaren als werknemer, zelfstandige of ambtenaar.


De tweede pijler is het eventueel aanvullend pensioen dat normaal wordt onderschreven door de werkgever. De meest gekende vormen zijn de groepsverzekering voor werknemers en de individuele pensioentoezegging (IPT) en vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ).


Tenslotte heb je de derde pijler die opgebouwd wordt door de aangeslotene zelf en waarvan het pensioensparen en langetermijnsparen de meest courante zijn.


Wat velen niet weten is dat je jaren na een echtscheiding, op het einde van jouw loopbaan, in bepaalde gevallen de helft van het kapitaal mag ophoesten aan jouw ex-partner. Wie daar geen rekening mee heeft gehouden en rekende op gans het kapitaal om een onbezorgde oude dag te kunnen leiden kan van een kale reis terugkomen.


Stel Jos werkte als accountant binnen een bank en Nadine was gans haar carrière ambtenaar. Ze waren dertig jaar getrouwd onder het wettelijk stelsel. Maar het koppel hield niet stand en scheidde toen ze de vijftig gepasseerd waren. Jos gaat met pensioen en ging ervan uit dat hij zou genieten van zijn riante groepsverzekering van 200.000 euro. Groot is zijn verbazing wanneer hij verneemt dat Nadine met bijna de helft van het bedrag kan gaan lopen terwijl hij niets van haar gaat krijgen. En dit terwijl Nadine een veel hoger ambtenarenpensioen zal genieten dan Jos. Hoe komt dit?


Wanneer je gehuwd bent onder het wettelijk stelsel dan is de groepsverzekering die werd opgebouwd tijdens het huwelijk een gemeenschappelijk goed. Het wordt als het ware beschouwd als loon/beroepsinkomen. En aangezien je bij een echtscheiding de inkomsten in principe bij helften moet verdelen, dan moet je ook de groepsverzekering in de helft verdelen.


Bij een groepsverzekering worden de bijdragen betaald door de werkgever en soms ook aangevuld met extra bijdragen van de werknemer. De verzekeringnemer zelf is wel de werkgever en niet de werknemer. Bij pensionering wordt die groepsverzekering doorgaans uitbetaald als kapitaal. Het kan ook in de vorm van een rente maar dat is op vandaag eerder de uitzondering.


Wat er precies moet gebeuren bij een echtscheiding met die groepsverzekering is in de wet niet goed geregeld. We moeten ons dus baseren op de praktijk van de rechtbanken. En deze zien de groepsverzekering eigenlijk als inkomsten uit een beroepsactiviteit die dus gemeenschappelijk zijn. Bij een echtscheiding stel je de massa samen die moet worden verdeeld en daar hoort dus de groepsverzekering bij.


Er stellen zich drie grote vragen op dat vlak.


1/ Is het werkelijk de helft van de verzekering die moet worden verdeeld of wat is precies het bedrag dat in aanmerking komt? Waar kan ik dat vinden?


Om het met een moeilijke term te zeggen houd je rekening met de vorderbare netto-afkoopwaarde op het moment van de scheiding. Maar om het in mensentaal te zeggen neem je als basis de verworven reserves, opgebouwd met premies betaald vanaf het huwelijk. Daarbovenop moet je ook rekening houden met de belastingen verschuldigd op de groepsverzekering en de eventuele kosten.


Elk jaar ontvang je normaal gezien een overzicht met een stand van zaken over het gespaarde bedrag in jouw groepsverzekering. Het bedrag van de verworven reserves geeft aan wat jouw opgebouwde kapitaal was op 1 januari van het jaar waarin je de fiche ontving. Het gaat om de gestorte bedragen, vermeerderd met het toegekende rendement op de stortingen. Het bedrag dat vermeld wordt is het brutobedrag. Je moet daar dus nog de eindbelasting van aftrekken. En het is dat nettobedrag dat op het moment van de echtscheiding in rekening wordt genomen.


Hetgeen dus in de groepsverzekering werd bijgedragen vóór het huwelijk, moet niet in helften worden verdeeld. Hetgeen je verdiende vóór het huwelijk maakt geen deel uit van het gemeenschappelijk vermogen en moet dus niet worden verdeeld bij de echtscheiding. In de praktijk is het dus niet altijd even makkelijk om het exacte bedrag te bepalen dat moet worden verdeeld want je gaat een berekening moeten maken die rekening houdt met het aantal jaren vóór het huwelijk en het aantal jaren tijdens het huwelijk.


2/ Wanneer moet de uitbetaling aan de ex-partner gebeuren? Bij de echtscheiding of bij de pensionering?


Er zijn in feite twee mogelijkheden:


  • Ofwel wil je met elkaar niets meer te maken hebben later en wil je meteen bij de echtscheiding alles afrekenen. Aangezien je vóór de leeftijd van 60 jaar jouw groepsverzekering niet kan opvragen ga je dat geld niet kunnen gebruiken om jouw ex-partner ‘uit te kopen’. Je zal dan jouw groepsverzekering die je later ontvangt moeten verrekenen met andere zaken die verdeeld moeten worden. Dat zijn de andere rekeningen, goederen, woningen enz… Jouw ex-partner gaat dus bij de verdeling een groter aandeel ontvangen van de andere goederen uit de gemeenschap.
  • Ofwel verkies je om te wachten met de effectieve ‘uitkoop’ van jouw ex-partner en bepaal je dus dat jouw ex-partner een vordering krijgt op jou die moet uitbetaald worden bij jouw pensioen wanneer je jouw groepsverzekering ontvangt.

Welke van de twee pistes je moet volgen is niet door de wet geregeld. Als je kijkt naar de praktijk van de rechtbanken dan zie je dat er meer en meer wordt gekozen om de groepsverzekering te verdelen op het moment van de echtscheiding zelf. Het is niet altijd de beste oplossing. Want op het moment van de echtscheiding is het eigenlijk nog niet zeker welk bedrag zal uitbetaald worden bij pensionering. Je kent als het ware meer toe aan de andere partner dan er effectief in de huwgemeenschap zit. De fiscaliteit kan nog evolueren, de uitbetaling van de verzekeringen zelf …


Om nog maar te zwijgen over het feit dat het wettelijk pensioen zelf niet zomaar bij helften wordt verdeeld. In het voorbeeld van Jos en Nadine zal Jos duidelijk de ‘verliezende’ partij zijn want zijn wettelijk pensioen zal aanzienlijk lager zijn dan het ambtenarenpensioen van Nadine.


3/ Kan je het ene en het andere regelen in de zogenaamde EOT?


Het is aan te raden om de hele problematiek rond de groepsverzekering duidelijk te regelen bij de echtscheiding. Het beste is om in de zogenaamde EOT (overeenkomst tot echtscheiding met onderlinge toestemming) de effectieve uitvoering van de verdeling van de groepsverzekering uit te stellen tot de einddatum. Pas dan heb je namelijk zekerheid over de werkelijke belastingen en kosten op de einddatum van de polis. Het is ook aangewezen om in de akte de verschillende polissen duidelijk op te sommen zodat er later geen discussies ontstaan over welke producten wel en welke producten niet geviseerd worden door de EOT. In het kader van de EOT is het dus van belang om tot een overeenkomst te komen die door beide partners als eerlijk wordt ervaren en die overeenkomt met hun echte wensen.


Als ultieme tip geldt misschien het trouwen onder het stelsel van scheiding van goederen. In dat geval blijft de groepsverzekering een eigen goed en zal de andere partner er sowieso geen aanspraak op kunnen maken.



Dit artikel bevat uitsluitend algemene informatie, waarbij geen rekening wordt gehouden met uw individuele situatie en vormt daarom geen juridisch, fiscaal of financieel advies. De informatie is gebaseerd op jurisprudentie en wetgeving die van kracht is op het moment dat dit artikel wordt geschreven. Bij het opstellen van dit artikel wordt geen rekening gehouden met eventuele nieuwe wetgeving of ontwikkelingen in de jurisprudentie.