De passie achter het ondernemerschap van Frédéric Cras

De liefde voor hout kreeg ik met de paplepel mee.

Lange tochten in bossen en wouden met mijn vader hebben mij meer geleerd dan mijn schooljaren. Bij het overlijden van mijn vader moest ik op jonge leeftijd plots overpakken, dat was allesbehalve evident maar ik heb geen seconde getwijfeld. In ons familiebedrijf, dat nu 140 jaar bestaat, voel ik mijn vader en de voorgaande generaties verder leven, het is mijn DNA.

Eigenlijk ben ik omringd door één grote familie met een passie voor hout. Mijn kinderen hebben de passie ook te pakken en werken in de zaak. Maar eigenlijk zijn alle mensen die hier werken kinderen van het bedrijf.

Tijd maakt hout en mensen mooier.

Als een boom rijp is, dan oogst je de tijd die hij groeide. Zijn jaarringen, zijn nerven, zijn textuur. De koolstof die de boom uit de lucht filterde, zit in het hout opgeslagen. Daar ga je natuurlijk heel respectvol mee om, want het is iets unieks.

Mijn tijd breng ik vooral door tussen mijn mensen. Dan luister ik naar hun ideeën, maken we plannen of lossen we problemen op. Het is ook samen banden smeden en het mooist mogelijke werk afleveren.

Uit een slecht stuk hout kan je een mooie plank maken.

Het is een natuurlijk product dat voeling vraagt. Als je er met liefde en respect mee omgaat ontdek je pas echt de schoonheid ervan. Wij leveren niet zomaar planken af, onze producten bepalen de sfeer in huizen en tuinen. Ze krijgen een plekje in het leven van mensen en gaan lange tijd mee, vaak vele generaties lang. Logisch dat we ons hart in ons werk steken.

De natuur is onze partner die we beschermen.

Als ondernemer wil je graag de eerste zijn om te groeien en marktaandeel te winnen. Ik wil ook op vlak van natuurbescherming de eerste zijn. 25 jaar geleden hebben we ‘Club 97’ gesticht, een vereniging van houthandelaren die enkel met duurzaam gelabeld hout werken.

In een familiebedrijf kijk je anders naar de toekomst.

Mijn kinderen en de volgende generaties rekenen op mij om een wereld achter te laten waarin ook zij kunnen ondernemen en van het leven genieten. Ontbossing tegengaan is het minimum, aanplanten en biodiversiteit stimuleren is essentieel. Zeker als we bomen importeren uit andere delen van de wereld. Er zijn zoveel verschillende bomen als er mensen zijn.

We kunnen veel leren van bomen, ze inspireren ons bijvoorbeeld op vlak van energie. Onze hangars staan vol met zonnepanelen. En we recycleren elke spaander hout met onze biomassacentrale. Er mag niets verloren gaan, als bedrijf proberen we een gesloten ecosysteem te zijn.

Een sterke stam maakt veel nieuwe scheuten.

Ik heb het geluk gehad dat mijn vader een visionair was. In feite was hij bijna fulltime uitvinder, die altijd meerwaarde probeerde te creëren. Die attitude bracht hij niet alleen bij mij over, ook bij zijn medewerkers van wie er nog veel in het bedrijf werken. Dat is het mooie van een familiebedrijf, kennis en waarden groeien over generaties heen.

Elke generatie heeft een groeicirkel in de stam van de onderneming getekend, mijn kinderen staan voor de volgende cirkel klaar. Dat is zonder twijfel mijn grootste geluk.