Beter beschermd met de scheiding van goederen met verrekening van aanwinsten

Toekomstige echtgenoten die voor scheiding van goederen willen kiezen, worden aangemoedigd voortaan te opteren voor een "zachtere" variant nl. een scheiding van goederen metbeding van verrekening van aanwinsten. Dit extra huwelijksvermogensstelsel versterkt de onderlinge solidariteit door een betere bescherming van de economisch zwakkere echtgeno(o)t(e). Deze nieuwigheid kadert binnen de wettelijke hervorming van het huwelijksvermogensrecht.

Scheiding van goederen met verrekening van aanwinsten

In een stelsel van zuivere scheiding van goederen behoren alle inkomsten (bedrijfsinkomen, roerende en onroerende inkomsten...) van de echtgenoten, evenals hun schulden, hun persoonlijk toe. Dit stelsel wordt vaak gekozen door zelfstandigen, die op die manier hun echtgeno(o)t(e) tegen een mogelijk faillissement kunnen beschermen. De keerzijde van de medaille is dat, in geval van echtscheiding of overlijden van een van de echtgenoten, degene die slechts weinig of geen inkomsten heeft, omdat hij/zij bijvoorbeeld voor de opvoeding van de kinderen heeft gezorgd en gedurende een belangrijke periode van zijn/haar leven niet heeft gewerkt, benadeeld is omdat hij/zij tijdens het huwelijk geen kapitaal heeft opgebouwd.

We nemen het voorbeeld van Piet en Leen. Ze zijn 30 jaar getrouwd volgens het stelsel van zuivere scheiding van goederen en hebben drie kinderen. Toen ze trouwden, had geen van beiden een vermogen. Piet bouwde een zeer mooie loopbaan op als cardioloog, terwijl Leen bij de geboorte van hun eerste kind stopte met werken om zich over het huis en het gezin te ontfermen. Nadien nam ze vrijwillig de administratie op zich in de praktijk van haar man.


Wanneer Piet en Leen 55 jaar zijn, beslissen ze om te scheiden. Dat heeft als gevolg dat het vermogen van Leen zeer beperkt is (50.000 euro). Het vermogen van Piet daarentegen is comfortabel (200.000 euro, voornamelijk uit zijn beroepsactiviteit, alsook de gezinswoning ter waarde van 500.000 euro, die hij integraal heeft gefinancierd). Op basis van hun huwelijksvermogensstel heeft Leen in principe geen enkel recht op het vermogen van Piet en dreigt ze na hun scheiding in een benarde financiële situatie terecht te komen.

Het nieuwe stelsel voorziet in een scheiding van goederen met verrekening van aanwinsten. Dat betekent dat de vermogens tijdens het huwelijk gescheiden blijven, maar dat, in geval van echtscheiding of overlijden, de tijdens het huwelijk gerealiseerde aanwinsten (vooral de inkomsten dus) tussen de echtgenoten worden verdeeld op basis van een percentage dat ze in hun huwelijkscontract bepalen.


Echtgenoten kunnen dus opteren voor meer onderlinge solidariteit, terwijl ze toch de voordelen van het stelsel van scheiding van goederen behouden (bijvoorbeeld de bescherming van het gezinsvermogen of de vrijwaring tegen professionele schuldeisers).

Als Piet en Leen gekozen hadden voor zo’n contract van scheiding van goederen met verrekening van aanwinsten met een verdeelsleutel 50/50, dan had de situatie bij de echtscheiding er als volgt uitgezien: op basis van het huwelijkscontract zou de rechter hebben vastgesteld dat Piet tijdens hun huwelijk 700.000 euro verdiende en Leen slechts 50.000 euro. Samen, zou het koppel dus 700.000 euro + 50.000 euro, zijnde 750.000 euro hebben verdiend. Aangezien ze kozen voor de verdeelsleutel 50/50 hebben ze allebei recht op 375.000 euro. Leen had al 50.000 euro dus moet Piet haar 325.000 euro betalen.

Dankzij dit nieuwe huwelijksvermogensstelsel kunnen echtgenoten dus, in onderlinge overeenstemming, een opvangnet inbouwen voor de economisch zwakkere echtgeno(o)t(e).


Een beding van verrekening van aanwinsten kan eveneens (enkel in Wallonië en Brussel) een niet te verwaarlozen fiscaal voordeel opleveren in geval van overlijden van de meest vermogende echtgeno(o)t(e). Alles wat de overlevende echtgeno(o)t(e) ontvangt op basis van het beding van verrekening van aanwinsten is immers in principe vrijgesteld van successierechten.


U kan voor dit stelsel kiezen ofwel op het moment van uw huwelijk, ofwel later, via een wijziging van uw huwelijkscontract bij uw notaris.

.