Welk effect heeft de pensioenhervorming op uw zelfstandigenpensioen?


Welk effect heeft de pensioenhervorming op uw zelfstandigenpensioen?

 

Vraagt u zich af hoe de recente hervorming uw wettelijk zelfstandigenpensioen gaat veranderen? Of wat de afschaffing van de correctiecoëfficiënt voor de berekening van uw pensioen precies betekent? En hoe dit andere maatregelen beïnvloedt die uw comfort als gepensioneerde garanderen?

Afschaffing van de correctiecoëfficiënt voor de pensioenberekening

De correctiecoëfficiënt weerspiegelde de verhouding bijdragen/pensioen bij het stelsel van de zelfstandigen tegenover dat van de werknemers. De inkomsten werden ermee vermenigvuldigd voor de berekening van uw pensioen. Voor de inkomstenjaren vanaf 2019 bedroeg de coëfficiënt 69,1542%, maar werd voor de beroepsloopbaanjaren vanaf 2021 afgeschaft. En dat is goed nieuws, want de zelfstandigenpensioenen zullen daardoor stijgen en komen nog iets dichter bij de werknemerspensioenen.

Het wettelijk minimumpensioen van een alleenstaande zelfstandige: 18.393,84 euro per jaar voor een volledige loopbaan


Eerst en vooral: uw zelfstandigenpensioen wordt nog altijd berekend op basis van uw loopbaan en uw inkomsten gedurende 45 loopbaanjaren. Een volledige carrière bedraagt 45 jaar.

Uw pensioen kan op twee manieren worden berekend:

U hebt een hoog inkomen?

Dan worden uw jaarlijkse inkomsten opgeteld (rekening houdend met vastgestelde plafonds voor beroepsinkomsten) en vervolgens gedeeld door het aantal jaren van een volledige loopbaan, d.w.z. 45 jaar


Hebt u minstens 30 jaar gewerkt maar minder verdiend?

Dan wordt uw pensioen berekend op basis van het minimumpensioen van 18.393,84 euro per jaar. Dat bedrag, dat voor iedereen hetzelfde is, wordt vermenigvuldigd met het aantal jaren dat u gewerkt hebt, en vervolgens gedeeld door 45.

Als u bijvoorbeeld 40 jaar hebt gewerkt:
18.393,84 x 40/45 = 16.350,08 euro per jaar, of 1.362,51 euro per maand.

U ontvangt het voordeligste van beide pensioenen

De Federale Pensioendienst maakt beide berekeningen, en kent u het voordeligste pensioen toe. Als u altijd tussen 40.000 en 100.000 euro per jaar hebt verdiend, zal uw pensioen ongetwijfeld worden berekend op basis van uw inkomen. Als u daarentegen uw hele loopbaan lang tussen 12.000 en 20.000 euro hebt verdiend, ontvangt u waarschijnlijk het minimumpensioen. Heeft uw loopbaan zowel vette en magere jaren gekend? In dat geval bepaalt de vergelijking tussen de twee berekeningen of u al dan niet het minimumpensioen ontvangt.

Raadpleeg meer gepersonaliseerde ramingen via mypension.be.

Uw pensioen versus het behoud van uw levensstandaard

Dat de Federale Pensioendienst u het voordeligste wettelijke pensioen biedt, is ongetwijfeld goed nieuws. Maar als u dat bedrag afzet tegen de kosten van uw levensstandaard, kan u mogelijk teleurgesteld zijn dat u niet "van uw pensioen kan genieten" zoals u in gedachten had. Wellicht zullen uw leningen afbetaald zijn tegen de tijd dat u met pensioen gaat, maar komen er mogelijk andere uitgaven in de plaats. Misschien wil u reizen of een tweede huis kopen of verbouwen, terwijl bijvoorbeeld ziektekosten in de loop der jaren kunnen stijgen. Bovendien geniet u niet langer bepaalde voordelen zoals een bedrijfswagen of smartphone. Die kosten zullen met uw pensioen moeten worden betaald. U merkt het: enkel op uw wettelijk pensioen rekenen, is (nog) niet aan de orde.

Uw levensstandaard behouden? Bouw een aanvullend pensioen op!

Begin met het VAPZ

Of u nu zelfstandige in hoofd- of bijberoep of meewerkende echtgenoot bent, het Vrij Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) is vandaag de dag een echte must. Vanwaar dat succes? De premies die u betaalt zijn fiscaal aftrekbaar, waardoor uw belastbaar beroepsinkomen, waarop uw toekomstige sociale bijdragen worden berekend, vermindert. U profiteert daarbij van een gegarandeerd rendement op uw premies, plus een eventuele winstdeelneming. Die winstdeelneming wordt op discretionaire wijze beslist door de verzekeraar, is niet gegarandeerd en kan elk jaar wijzigen.

Bent u zelfstandige zonder vennootschap? Vul uw VAPZ aan met een POZ

De Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ) vormt een voordelige aanvulling bij uw VAPZ. Dit combineert Tak 21 (levensverzekering met terugbetaling van het kapitaal op de eindvervaldag en gewaarborgd minimumrendement) en Tak 23 (levensverzekering waarbij de premies in een of meer fondsen worden belegd, zonder kapitaal- noch rendementswaarborg), waardoor u profiteert van een potentieel hoger rendement. U kiest daarbij zelf hoeveel u belegt in Tak 21 en/of Tak 23.

Er is daarbij een interessante aspect aan het Tak 23-gedeelte: de fondsen in deze tak houden rekening met strenge ESG-criteria. Milieu, samenleving en deugdelijk bestuur zijn dan ook belangrijke ankerpunten voor Belfius om op een positieve manier bij te dragen aan de samenleving en economie.

U bent een zelfstandige bedrijfsleider? Vul uw VAPZ aan met een IPT

De Individuele Pensioentoezegging (IPT), die uw vennootschap voor u als bedrijfsleider kan afsluiten, combineert ook Tak 21 en 23. U profiteert dus van een gewaarborgd rendement (Tak 21) en van een hoger potentieel rendement (Tak 23). Zelfs als uw vennootschap failliet zou gaan, is uw kapitaal beschermd want uw premies maken geen deel uit van haar vermogen. Dit pensioenkapitaal wordt aan u persoonlijk uitbetaald op het moment dat uw wettelijk pensioen ingaat. Tot slot biedt ook de IPT ESG-fondsen aan die investeren in een betere wereld.

Welke gevolgen heeft de verhoging van het wettelijk pensioen van zelfstandige bedrijfsleiders voor de IPT?


Vanaf de beroepsinkomsten van het jaar 2021 beïnvloeden de nieuwe hogere ramingen voor het wettelijk pensioen de 80%-regel. De 80%-grens houdt in dat de IPT-premies alleen aftrekbaar zijn als uw pensioen (wettelijk en aanvullend) niet meer bedraagt dan 80% van uw laatste normaal brutoloon. In de praktijk bestaat de berekening van het rustpensioen van een bedrijfsleider volgens de belastingdienst vanaf nu uit twee delen:

voor de loopbaanjaren die vóór 2021 als zelfstandige werden gepresteerd: berekening op 25% van de bruto jaarbezoldiging van het jaar 2020


voor de loopbaanjaren waarin enerzijds als zelfstandige en anderzijds als werknemer werd gewerkt (vóór of na 2021): berekening op 50% van de bruto jaarbezoldiging van het jaar waarvoor de 80%-limiet wordt toegepast.


Beide delen moeten telkens eventueel worden verhoogd tot het minimumpensioenniveau of worden beperkt tot het maximumpensioen dat geldt voor het jaar waarin de 80%-grens wordt berekend.

Wanneer uw wettelijk pensioen stijgt, moet het bedrag dat uw vennootschap maximaal kan storten in uw IPT dus opnieuw worden berekend. Dit is dus hét moment om contact op te nemen met uw Belfius-adviseur en samen uw pensioen onder de loep te nemen.