Obligatiebeleggers hebben zware tijden achter de rug. In hun zoektocht naar rendement zagen ze zich verplicht meer risico te nemen of moesten ze genoegen nemen met uiterst lage of zelfs negatieve rentevoeten. In 2022 werden ze geconfronteerd met een forse rentestijging. Op korte termijn nefast voor hun portefeuille, op langere termijn goed nieuws, want nieuwe opportuniteiten dienen zich aan, vooral dan in het segment van bedrijfsobligaties.
De gemiddelde ‘coupon’ of ‘rente’ van een obligatieportefeuille met uitgiftes van kwaliteitsbedrijven in euro bedraagt 4%.1 In jargon spreekt men ook wel over de zogenaamde ‘yield to maturity’. De afgelopen 5 jaar lag die slechts rond 1%, of zelfs minder zoals geïllustreerd in onderstaande grafiek. De ‘IBoxx EUR Corporates’-index bestaat uit bedrijfsobligaties met een gemiddelde looptijd van 5 jaar. Het gaat om uitgevers van goede kwaliteit of ‘investment grade’. Dit betekent dat ratingbureaus de kredietwaardigheid van die bedrijven belonen met een AAA- (top) tot BBB- (nog steeds goed) score. Bij een lagere rating dan BBB, neemt het risico op wanbetaling toe.2
Risicovrije rente en risicopremie
Het kredietrisico is het risico dat een uitgever in betalingsproblemen komt nog vóór het einde van de looptijd van de obligatie. Dit geldt voor alle obligaties. Toch wordt er vaak van uitgegaan dat overheden niet failliet kunnen gaan. Landen kunnen in principe op elk moment belastingen verhogen of eventueel zelfs geld bijdrukken om aan hun verplichtingen te voldoen. Maar in de praktijk kunnen landen wel degelijk failliet gaan. Meestal zijn dit groeilanden die financieel en economisch zwak staan en/of politiek instabiel zijn zoals bv. Argentinië.
Staatsobligaties van de VS, Duitsland en Japan worden door de markten als kredietrisicoloos beschouwd. Hun rentevoeten zijn dan de referentie voor de risicovrije rente. De Duitse overheid betaalt momenteel 2,5%3 rente op 5 jaar. Dit betekent dat bedrijven 1,5% extra betalen als vergoeding voor het kredietrisico. Deze extra vergoeding, spread of risicopremie kan wijzigen in de tijd. In een moeilijke economische omgeving zullen beleggers het risico op wanbetaling hoger inschatten en dus een hogere vergoeding eisen. Dit was bijvoorbeeld het geval tijdens de grote financiële crisis van 2008 en de eurocrisis van 2011. Momenteel ligt de risicopremie in lijn met het historische gemiddelde. Ook al is de economische omgeving verre van ideaal, het risico op een ware faillissementsgolf blijft onder controle. Spreiding van het risico op voldoende emittenten is hoe dan ook aangewezen. Dat kan gemakkelijk via obligatiefondsen.
Voordelen van obligatiefondsen op een rijtje.
- Spreiding: een ruime spreiding over een heel groot aantal verschillende uitgiftes.
- Betere toegang: niet alle obligatiemarkten zijn makkelijk rechtstreeks toegankelijk voor particulieren. Soms kan er enkel voor grote bedragen in belegd worden. Bij fondsen stelt dit probleem zich niet en kan u meestal voor beperkte bedragen instappen.
- Een goede liquiditeit: bij obligatiefondsen kan u meestal dagelijks in- en uitstappen tegen een correcte prijs, wat niet altijd het geval is bij individuele obligaties. De liquiditeit laat daar soms te wensen over.
- Beheer door specialisten: de samenstelling van het fonds en het beheer van het krediet- en renterisico gebeurt door een team van specialisten.
-
Fiscaliteit4:de belastingdruk op obligatiefondsen verhoogde de laatste jaren systematisch. Momenteel betaalt u 30% roerende voorheffing op de meerwaarde (kapitalisatie- en distributieversie) en op de uitgekeerde coupons (distributieversie). Bij een verkoop bent u 1,32% beurstaks verschuldigd op deelbewijzen die de inkomsten kapitaliseren. Deelbewijzen die recht geven op een periodieke uitkering van de inkomsten zijn niet onderworpen aan beurstaks.
Maar ook voor individuele obligaties, die u tot vervaldag bijhoudt, betaalt u 30% roerende voorheffing op de uitgekeerde coupons.