Het economisch sentiment bij de industriële bedrijven nam een forse duik in oktober naar het laagste niveau in tien jaar tijd. Toenemende bezorgdheid dat het handelsconflict met China weegt op de export vanuit de V.S., duwde de vertrouwensindex van de verwerkende nijverheid naar 47.8. Het was de tweede maand op rij dat de index onder de grens van 50 punten noteerde, wat wijst op een industriële recessie in de grootste economie van de wereld.
De vertraging van de mondiale groei door de handelsoorlog is een grote kopzorg voor de bedrijven. Tijdens de zomermaanden werd al duidelijk dat de Europese industrie – vooral Duitsland - met een recessie kampt, maar nu blijkt dat ook de Amerikaanse maakindustrie afstevent op een krimp van de productie. De V.S. is dus toch niet immuun voor de handelsoorlog.
De industrie vertegenwoordigt minder dan 20% van de totale Amerikaanse economie maar wordt gezien als een voorlopende indicator voor de conjunctuur in de V.S. en zelfs de rest van de wereld. In het verleden (zie grafiek) ging een daling van deze barometer vaak gepaard met een vertraging van de economie in de V.S. Het huidige vertrouwensniveau suggereert dat de economische groei in de tweede helft van 2019 een zachte landing zal maken. Gelukkig blijven de Amerikaanse gezinnen geld uitgeven. Het consumentenvertrouwen blijft op peil door de sterke vraag op de arbeidsmarkt. Later vandaag komt het banenrapport van september uit en zal blijken in welke mate dit nog klopt.