Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Eén van de belangrijkste economische barometers is de olieprijs. Eind april dook de prijs van Amerikaanse termijncontracten voor ruwe olie korte tijd onder nul. Olieproducenten moesten geld geven om van hun olie af te raken omdat de opslagcapaciteit in de V.S. zijn limieten heeft bereikt. Door de covid-19 crisis is de wereldwijde vraag naar olie immers naar beneden gedonderd. Vliegtuigen blijven aan de grond, consumenten moeten thuis blijven en de industrie draait slechts op een fractie van de capaciteit. Hierdoor is in april de wereldwijde vraag naar aardolie met een derde afgenomen.
De OPEC landen en Rusland kwamen tot een deal om vanaf 1 mei de output te beperken wat de verkoopsdruk wat doet afnemen. Ook de geleidelijke heropening van de economie in China, de eurozone en delen van de V.S. zorgde voor een opwaartse correctie op de oliemarkt, maar een vat ruwe olie is nog steeds meer dan de helft goedkoper dan bij de start van 2020. Door de covid-19 crisis en de opgelopen economische schade zal de vraag ook de rest van het jaar ondermaats blijven. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht dat de wereldwijde vraag naar olie in 2020 zal dalen met 9,3 miljoen vaten per dag (ongeveer 10% lager dan in 2019) door de pandemie.
De prijs voor een vat Brent-olie, waar de brandstofprijzen in de eurozone van afhangen, is dit jaar gedaald van 70 $ per vat naar 20 $ begin mei. Kan goedkope olie een rol spelen om de economie uit het covid-19 moeras te trekken? In normale economische omstandigheden is een daling van de olieprijs een opsteker voor consumenten omdat dit een besparing oplevert op het vlak van de brandstof- en energiefactuur. Ook bedrijven profiteren van lagere kosten voor transport en energieverbruik en kunnen hun rentabiliteit opkrikken. Als deze effecten sterk genoeg zijn, duwt dit bovendien de bredere consumenteninflatie omlaag. Zo daalde de inflatie in ons land in april voor de derde maand op rij (naar 0,6%), voornamelijk door een daling van de energieprijzen. Benzine en dieselprijzen kosten 16% tot 18% minder dan bij het begin van het jaar en huisbrandolie werd ook flink goedkoper. In theorie kunnen de lage olieprijzen dus een positief inkomenseffect genereren en op die manier het economisch herstel ondersteunen in de tweede helft van het jaar.
Jammer genoeg kunnen we niet spreken van normale economische omstandigheden. Door de covid-19 recessie draait de economie in de eurozone ver onder de normale capaciteit en loopt de werkloosheid op. Zolang de beperkingen gelden voor reizen en het internationaal vervoer kan de industrie en de transportsector nog niet ten volle profiteren van de lage olieprijs. Bij de consumenten is de kans groot dat het positief inkomenseffect van lagere brandstofkosten niet wordt vertaald naar extra uitgaven. Velen hebben een inkomensverlies geleden door het op slot zetten van de economie in maart en april en hebben onvoldoende vertrouwen om op korte termijn geld uit te geven. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat goedkope olie het economisch herstel in de eurozone kan dragen, maar als je vast zit in de modder is elk duwtje in de rug welkom.
Deze informatie (en de eventuele bijgaande documenten) is louter bedoeld ter algemene informatie en vormt in geen geval een aanbod betreffende financiële, bank-, verzekerings- of andere producten en diensten, noch een beleggingsadvies.