11 juni 2021
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Staat de ECB op het punt haar steun terug te schroeven? Die vraag hield de investeerders al weken bezig. Het antwoord van de centrale bank: voorlopig niet. Volgens ECB-president Lagarde is het nog veel te vroeg om de monetaire steun af te bouwen door de rente op te trekken of de steunaankopen van de centrale bank te verminderen. Er zijn duidelijke signalen dat de economie herstelt van de zwaarste recessie sinds het invoeren van de euro, maar niemand kan met zekerheid stellen dat de Covid-19 pandemie en de recessie definitief van de baan zijn.
In maart en april voerde de ECB haar activa aankopen in het kader van het pandemie noodprogramma (PEPP) op naar 80 miljard euro per maand om de klim van de obligatierentes tegen te houden. Hogere leenkosten kunnen het ontluikende economisch herstel immers de kop indrukken, vooral in landen zoals Italië en Griekenland. Ze kampen met een pak overheidsschuld en relatief dure rentes op hun staatspapier. De monetaire exit uit de crisis en hoe de ECB daarover communiceert, is een delicate evenwichtsoefening voor de beleidsmakers in Frankfurt. Zodra de bank suggereert dat ze de activa aankopen gaat afbouwen, kan dat voor onrust zorgen op de financiële markten en de rentes doen oplopen. De ECB zegt nu dat ze ook tijdens de zomer obligaties en andere activa zal aankopen aan een tempo dat hoger ligt dan begin dit jaar. Op die manier vermijdt men minstens tot september de speculatie op de financiële markten over ‘tapering’, het terugdraaien van de steunaankopen.
Op de agenda van de monetaire vergadering stonden de nieuwe economische ramingen en de inflatieprognoses. In mei steeg de consumenteninflatie in de eurozone naar 2 procent, van 1,6 procent in april, door een forse klim van de energieprijzen. In de groothandel, bouw en delen van de industrie schieten de prijzen ook de lucht in door grote verstoringen in de toelevering, wat tekorten veroorzaakt. De heropening van de economie in grote delen van de wereld jaagt de globale vraag aan naar grondstoffen en producten maar het aanbod kan het tempo niet volgen. De ECB geeft toe dat de prijzen sterker stijgen dan verwacht. Ook in de tweede helft van het jaar blijft de inflatie ruim boven het objectief van de centrale bank om de inflatie onder, maar dichtbij 2 procent te houden.
De ECB verwacht dat de consumenteninflatie in het laatste trimester piekt naar 2,6 procent. Maar de bank maakt zich geen zorgen. Vanaf begin volgend jaar zullen tijdelijke effecten zoals het herstel van de energieprijzen en de lage vergelijkingsbasis met 2020 wegebben. Ook de bottlenecks in de aanvoerketens zullen afnemen eens het aanbod zich aanpast aan de sterkere economische vraag. Daarom zal de jaarlijkse inflatie volgens de ECB dalen naar respectievelijk 1,5 procent in 2022 en 1,4 procent in 2023. Op het vlak van de economische groei trekt de centrale bank haar prognose fors op naar 4,6 procent voor 2020 en 4,7 procent in 2021. De betere groeivooruitzichten zijn het gevolg van snellere vaccinaties, extra fiscale steun en een sterkere buitenlandse vraag, met name in de V.S.
Met de boodschap dat het monetair beleid ongewijzigd blijft, kan de ECB misschien een tijdje uit het vizier blijven van de financiële markten. Maar als de inflatie- en groeicijfers boven de verwachtingen blijven, zal de druk om de stimulus af te bouwen opnieuw de kop opsteken. Een veeg teken is het
inflatiecijfer uit de V.S. dat minder dan één uur na de vergadering verscheen: de onderliggende inflatie in Amerika klom in mei naar het hoogste niveau in 28 jaar.
In september hebben we een nieuwe afspraak met de ECB en krijgen we mogelijk het antwoord op de vraag: hoelang houden Lagarde en collega’s de voet op het gaspedaal?