Europese begrotingsregels houden geen steek meer

5 oktober 2021

Annelore Van Hecke
Senior Macro Economist @Belfius


Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Deel deze pagina:  
  • Het wegvallen van het Europese begrotingstoezicht tijdens de pandemie is een unieke kans om de Europese begrotingsregels bij te sturen.
  • De 60%-schuldenlimiet houdt geen steek meer wanneer de gemiddelde schuldgraad in de Eurozone meer dan 100% van het BBP bedraagt.
  • Van zodra het economische herstel het toelaat is hernieuwde begrotingsdiscipline noodzakelijk, maar begrotingsruimte voor investeringen moet behouden blijven.

Terwijl de federale regeringspartners in ons land bakkeleien over de begroting van volgend jaar, denkt men in Europa na over nieuwe begrotingsregels. De regels werden bij het uitbreken van de pandemie opzij geschoven zodat massale overheidsuitgaven de economie konden ondersteunen. Pas in 2023 zal de Europese begrotingswaakhond terug in actie schieten. Dat geeft Europa dit en volgend jaar de unieke gelegenheid om aan de regels te sleutelen vooraleer ze terug in werking treden.

Want het is duidelijk dat er heel wat aanpassingen nodig zijn. Ten eerste zijn de huidige regels ingehaald door de realiteit. Denk hierbij voornamelijk aan de schuldenlimiet van 60% van het BBP. Door de Covid-crisis nam de schuldgraad in de Eurozone sterk toe. Ze bedraagt nu gemiddeld iets meer dan 100%, en loopt in bepaalde grote lidstaten zelfs op tot 120% (Spanje) of 160% (Italië). Het is duidelijk dat de kloof met de 60%-regel nog moeilijk te dichten is. Ook de lage rente pleit vandaag voor een hogere schuldendrempel, want die maakt dat landen grotere schulden kunnen financieren. De rente is nu veel lager dan ten tijde van het verdrag van Maastricht in 1992, toen de 60%-regel naar voren geschoven werd.

Aan de andere kant moeten we voorzichtig zijn, en mag een nieuwe schuldenlimiet ook weer niet te hoog zijn. De recente schuldexplosie brengt de Eurozone immers in een kwetsbare positie. De houdbaarheid van de overheidsschuld is in bepaalde lidstaten immers volledig afhankelijk van het expansieve geldbeleid van de Europese Centrale bank. De ECB kocht veel staatsschulden op om de rente laag te houden. Wanneer zij haar rente in de toekomst zou moeten optrekken, bijvoorbeeld door een sterke toename van de inflatie, komen die landen in de problemen, wat het gevaar voor een nieuwe schuldencrisis doet toenemen. Daarom is, van zodra het economische herstel het toelaat, hernieuwde begrotingsdiscipline noodzakelijk. Jaarlijkse tekorten op de begroting moeten vermeden worden om de schuldgraad niet nóg verder te laten oplopen. Het huidige begrotingskader slaagde er tot hiertoe niet echt in om begrotingsdiscipline in alle lidstaten af te dwingen. Vooral landen met hoge schulden slaagden er niet in om buffers op te bouwen in economische goede tijden. Nochtans zouden die goed van pas gekomen zijn bij de Covid-crisis.

Verschillende Europese landen willen bovendien dat de nieuwe Europese regels flexibeler zijn voor investeringen. Het probleem is dat regeringen die moeten bezuinigen sneller investeringen schrappen in plaats van te besparen op werkingskosten of uitkeringen aan burgers. Dit korte-termijn-denken zorgt voor een tekort aan investeringen, die nochtans de groei op lange termijn en dus onze toekomstige welvaart verhogen. Extra begrotingsruimte voor investeringen zou daarom welkom zijn.


graph

Bron: eigen berekeningen op basis van ‘European Economic Forecast, Spring 2021’



Tenslotte maakte de Covid-crisis duidelijk dat er nood is aan een centraal begrotingsorgaan dat grote economische schokken kan opvangen. Vooral nu het monetair beleid met de lage rente op zijn grenzen stoot en steeds minder in staat is om de economie te stimuleren. Het herstelfonds van 750 miljard is een eerste stap in de richting van een overkoepelend stabilisatie-orgaan, hoewel de Europese steun rijkelijk laat komt. Het merendeel van de subsidies in het kader van het herstelfonds worden immers nu pas uitgekeerd aan de lidstaten, terwijl we al volop in de herstelfase zitten. De financiële steun zou effectiever geweest zijn op het hoogtepunt van de pandemie. Een permanent centraal begrotingsorgaan zou bij een volgende crisis onmiddellijk in werking kunnen treden.

Hoewel een grondige herziening nodig is, zullen de aanpassingen aan het begrotingskader naar verwachting in de praktijk eerder beperkt blijven. Een herziening van de doelstellingen van het Groei- en Stabiliteitspact (de 3% tekortregel en 60% schuldenregel) vereist immers een verdragswijziging met akkoord van alle lidstaten, en dat zit er niet in. De toevoeging van een regel die (beperkte) bijkomende begrotingsruimte voorziet voor investeringen lijkt politiek wel een haalbare kaart. Eventuele wetgevende voorstellen worden verwacht in de eerste helft van 2022.


Ontdek de Belfius Convictions

Deel deze pagina: