De ECB haalt voorzichtig de voet van het rempedaal

14 juni 2024

Deel deze pagina:  

Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius


Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Voor het eerst in vijf jaar tijd zet de ECB het mes in de beleidsrente. Na afloop van haar monetaire vergadering verlaagde de centrale bank haar belangrijkste rentetarieven met 0,25 procent. De depositorente, die sinds september 2023 op 4 procent zat, belandt zo op 3,75 procent. Door de beleidsrente geruime tijd op een stabiel hoog niveau te houden, kon de inflatie in de eurozone dalen van 5,7 procent in augustus vorig jaar naar 2,4 procent eerder dit jaar. Niet alleen de hoge rente heeft hieraan bijgedragen, ook de dalende energie- en grondstoffenprijzen. De laatste maanden verliep het inflatieparcours wel wat hobbelig en in mei dikte de prijzengroei zelfs weer wat aan.

De component die het langst op een hoger niveau blijft hangen, is de diensteninflatie. Die lag in mei nog boven 4 procent. Het gaat dan bijvoorbeeld om de prijzen voor reizen en in de horeca, maar ook voor het openbaar vervoer. De reden dat de prijzen van diensten hoger blijven, is dat ze voor een groot deel worden bepaald door loonkosten. De loongroei komt ook trager naar beneden dan gedacht. In het eerste kwartaal was die voor de eurozone nog 4,7 procent. Dat cijfer is wel vertekend door de forse loondruk in Duitsland, in de rest van de eurozone groeien de lonen al aan een lager tempo. Op basis van recente onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers en vooroplopende indicatoren mag Belfius Strategic Research aannemen dat de loondruk verder zal afkoelen maar het proces verloopt traag. De hoofdeconoom van de ECB, Philip Lane, verwacht dat het kan duren tot 2026 vooraleer de loongroei voldoende is gedaald.


Rentepauze na de verlaging

Als de inflatie trager daalt dan eerder verwacht, waarom opteerde de ECB dan nu al voor een renteknip? Volgens de centrale bank blijft de onderliggende trend naar lagere inflatie in de eurozone intact en bovendien kost het tijd voor een renteverlaging doorwerkt in de volledige economie. Daarom haalde de ECB begin juni al voorzichtig de voet van de rem. Dat betekent echter niet dat er nu een reeks van renteverlagingen op stapel staat. De beleidsmakers in Frankfurt gaan de komende maanden de prijsontwikkelingen nauwlettend in de gaten houden, vooral op de arbeidsmarkt en de dienstensector. Pas als de verwachte daling van de inflatie realiteit wordt, zal de ECB de volgende renteknip overwegen.


Economisch herstel breidt zich uit naar de industrie

Het is maar een eerste renteverlaging , maar toch kan dat helpen om het herstel van het ondernemersvertrouwen aan de gang te houden. Een lagere rente maakt het voor bedrijven goedkoper om te investeren. De activiteit in de dienstensector zit al een tijdje in de lift en versnelde opnieuw in mei. De voorbije maanden zijn ook de bedrijfsleiders in de industrie optimistischer geworden. Belfius Strategic Research verwacht dat het economisch herstel van begin dit jaar stand houdt deze zomer en we verhogen onze prognose voor de BBP-groei in de eurozone naar 0,7 procent in 2024.


Obligatiemarkten nerveus na Europese verkiezingen

De combinatie van aantrekkende groei in de eurozone met een inflatie die slechts traag daalt, duwde de Europese obligatierente al naar boven de voorbije weken. Na afloop van de Europese verkiezingen kwam daar nog een laagje bovenop. Vooral de verrassende zet van president Macron om vervroegde verkiezingen in Frankrijk af te kondigen, zorgt voor onrust. Het nieuws komt kort na de ratingverlaging van de Franse staatsschuld door kredietbeoordelaar S&P en zet een schijnwerper op de politieke risico´s en de berg aan staatsschulden in Europa. Dat zorgt voor hogere obligatierentes: zo is de Belgische 10-jaars OLO-rente na de verkiezingen naar 3,25 procent gestegen.


Meer protectionisme in de V.S.?

Ook aan de andere kant van de Atlantische Oceaan houden steeds meer investeerders de politieke arena in de gaten. De peilingen blijven wijzen op een nek-aan-nek race in de presidentsverkiezingen met meestal een lichte voorsprong voor Trump t.o.v. Biden. Tot nu toe slaagt de zittende president er niet in om voordeel te halen uit de sterke Amerikaanse economie. De economische groei is begin dit jaar wel een beetje afgekoeld maar de vraag op de arbeidsmarkt blijft sterk. Elke maand komen er minstens 200,000 banen erbij, wat de Amerikaanse consumptie aan de gang houdt.

Als Trump opnieuw aan de macht komt, is hij van plan op handelsvlak een protectionistisch beleid te voeren, met importheffingen tegen de hele wereld, en vooral tegen China. Maar ook Biden is geen vriend van China. Midden mei verhoogde de zittende president de invoertarieven op zonnepanelen, elektrische auto´s, halfgeleiders en batterijen. Die reeks producten is te beperkt (slechts $18 miljard USD) om een impact te hebben op de inflatie, maar het geeft aan dat ook Biden strenger wil optreden tegen de Chinese handelspraktijken.

Ook de EU gaat vanaf 4 juli de invoertaksen op Chinese elektrische wagens fors verhogen omdat de autoconstructeurs in China oneerlijke concurrentievoordelen genieten. Een studie van het Duitse Kiel Institute (1) geeft aan dat Beijing zijn binnenlandse industrieën zwaar subsidieert in "groene sectoren" zoals elektrische wagens en windturbines. Volgens de onderzoekers liggen de totale subsidies van China tussen drie en negen keer hoger dan die van andere OESO-landen zoals de VS of Duitsland.


Chinese overheid zet haar schouders onder de economie

De toenemende spanningen tussen China en zijn handelspartners zijn verweven met de structurele problemen in de Chinese economie. Er is nog steeds geen duurzaam herstel van de binnenlandse vraag te bespeuren. Na een tegenvallend 2023 grijpt de Chinese regering opnieuw naar het bekende recept om de economische groei op te krikken: de export van goederen en overheidsgeld. Zo komen er nieuwe maatregelen als steun voor de vastgoedsector. De centrale bank stelt 300 miljard yuan ter beschikking om onverkochte woningen op te kopen. Er wordt ook 344 miljard vrijgemaakt voor de productie van halfgeleiders en de chip industrie.

Deze maatregelen zullen, samen met aantrekkende exportcijfers, de BBP-groei waarschijnlijk enkele kwartalen ondersteunen. Voor 2024 trekt Belfius Strategic Research de groeiprognose daarom op naar 4,8 procent. Op langere termijn zal deze aanpak jammer genoeg niet werken om de trend naar lagere economische groeicijfers om te buigen. Volgens het IMF zal de Chinese BBP-groei tegen 2029 dalen richting 3,3 procent (2). Dat is ongeveer de helft van het tempo waaraan de Indiase economie zal groeien. Vorig jaar was de BBP-groei in India met 7,7 procent ook al een stuk hoger dan in China.

Demografie is de belangrijkste reden voor de uiteenlopende groeitrajecten tussen de buurlanden. Sinds vorig jaar telt India meer inwoners dan China, binnenkort steekt het ook voorbij in het aantal werknemers. De komende decennia zorgt vergrijzing voor een forse daling van de Chinese beroepsbevolking terwijl de arbeidsreserve in India sterk blijft groeien. Met deze gunstige demografische vooruitzichten en indrukwekkende economische groei is India goed op weg om een grote speler te worden op het wereldtoneel.

MMI graph 1 - w24-1

Bronnen

    (1) Kiel Policy Brief, 173 ´Foul Play? On the Scale and Scope of Industrial Subsidies in China´
    (2) IMF World Economic Outlook, April 2024


Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, geeft de visie van Belfius Bank op de financiële markten weer. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. Als u gepersonaliseerd beleggingsadvies wil, kan u daarvoor terecht bij uw financieel adviseur. Hij bekijkt graag met u welke gevolgen deze visie mogelijk heeft voor uw persoonlijke beleggingsportefeuille. De vermelde cijfers zijn een momentopname en onderhevig aan wijzigingen.

Deel deze pagina: