Vanaf 1 januari 2020 wordt de aftrek van autokosten berekend volgens een nieuwe formule. Dat zal een impact hebben op de kostprijs van uw wagenpark. Voor zelfstandigen is de nieuwe belastingregeling alleen van toepassing op auto’s die na 1 januari 2018 zijn aangekocht. Voor vennootschappen geldt ze voor alle wagens.
Nieuwe berekening aftrekpercentage
Vanaf 1 januari 2020 (aanslagjaar 2021) geldt een nieuwe formule om de aftrekbaarheid van auto- en brandstofkosten te berekenen.
Aftrekpercentage = 120% - (0,5 x brandstofcoëfficiënt x CO2-uitstoot)
De brandstofcoëfficiënt =
1 voor dieselvoertuigen
0,95 voor benzinevoertuigen (en lpg, biobrandstof, elektrisch)
0,90 voor voertuigen die rijden op aardgas (CNG) met maximum 12pk
Een voorbeeld
Stel: uw dieselwagen stoot 100g CO2 uit. Volgens de oude formule was hij voor 90% aftrekbaar. Vanaf 2020 is hij nog maar voor 70% aftrekbaar.
Minimum- en maximumpercentage
De aftrekpercentages worden begrensd tussen 50 en 100%. Uitzondering hierop vormen de zwaardere wagens met een CO2-uitstoot van meer dan 200 g/km. Hiervoor zijn de autokosten maar voor 40% aftrekbaar. En verder daalt de vroegere 120%-aftrek voor elektrische wagens naar 100%.
De nieuwe regeling geldt ook voor de personenbelasting bij eenmanszaken, behalve voor wagens die werden aangekocht vóór 1 januari 2018. Die wagens blijven voor minimaal 75% aftrekbaar.
Brandstof- en financieringskosten?
Brandstofkosten volgen hetzelfde regime als autokosten. Vanaf 2020 verdwijnt het algemeen forfait van 75%, maar wordt de aftrekbaarheid berekend volgens de nieuwe formule.
Financieringskosten, zoals interesten van lening, leasing- en huurkosten blijven ook in de toekomst voor 100% aftrekbaar.
Aparte berekening CO2-uitstoot voor ‘valse’ hybrides
Vanaf 1 januari 2020 wijzigt ook de fiscale regeling voor ‘valse’ hybrides (plug-in hybrides of stekkerhybrides). Dat zijn wagens die zowel een verbrandings- als een elektrische motor hebben en waarbij de batterij voor de elektrische motor opgeladen wordt aan een stopcontact. Zo’n wagens hebben maar een beperkte batterijcapaciteit, waardoor de milieuvoordelen van elektrisch rijden in de praktijk nauwelijks benut kunnen worden.
Daarom worden ‘valse’ hybrides vanaf 1 januari 2020 belast als een ‘overeenstemmend voertuig’ dat enkel een brandstofmotor heeft (hetzelfde merk, model en type koetswerk, en een gelijkaardig vermogen). Is er geen gelijkaardige auto, dan wordt de uitstootwaarde vermenigvuldigd met 2,5. Voor elke aangeboden ‘valse’ hybride bepaalt de fabrikant of de invoerder de gelijkaardige auto en bezorgt hij die informatie aan de fiscus. Voor bestaande modellen moet dat vóór 20 april 2020; voor nieuwe modellen doet hij dat bij de marktintroductie ervan. De fiscus publiceert de volledige lijst op zijn website.
Voor hybride wagens die vóór 1 januari 2018 werden aangekocht, blijft het officiële CO2-uitstootgehalte van toepassing.
De strengere regels gelden trouwens alleen voor stekkerhybrides en dus niet voor ‘gewone’ hybride wagens, waarbij de verbrandingsmotor en/of de remenergie de batterij oplaadt.
Voordeel alle aard bedrijfswagens voor werknemers
Voor werknemers wijzigt het voordeel van alle aard voor bedrijfswagens niet, tenzij voor de ‘valse’ hybrides.
