Dat het Covid-19 virus de economie dit jaar in een ongeziene recessie zal doen belanden, daarover zijn alle economen het eens. Met elke nieuwe raming zien we de vooruitzichten verslechteren. De Consensusvoorspellingen van de Nationale Bank, een gemiddelde van de ramingen van de financiële instellingen, gingen gisteren uit van een krimp van 3,7% dit jaar. Belfius verwacht een terugval van het BBP die kan oplopen tot -5%.
Als tegenreactie zagen we centrale banken en overheden deze crisis met een ongezien grote bazooka te lijf gaan. In hoeverre kan dit de schade beperken? Zullen de maatregelen vermijden dat de economie nadien afglijdt in een langdurige recessie? En hoe zal men deze steunmaatregelen financieren?
In de eerste plaats moeten we beseffen dat het Covid-19 virus geen inherent economisch probleem is. Als we erin slagen deze periode van lockdown door te komen zonder al te veel kleerscheuren, dan zouden we in principe op korte termijn opnieuw moeten kunnen aanpikken bij de geleidelijke heropleving van de economie die we begin dit jaar zagen.
Een pluim dus voor onze verschillende overheden, die in een mum van tijd maatregelen genomen hebben om de getroffen bedrijven en werknemers door deze moeilijke periode te helpen. Er werd vooral ingezet op het tijdelijk overnemen van de vaste kosten via (extra) premies voor tijdelijke werkloosheid, hinderpremies, uitstel van betaling van belastingen, uitstel van schuldaflossing, de overname van water- en elektriciteitsfacturen, en het verlenen van garanties voor nieuwe leningen of overbruggingskredieten. Al deze maatregelen zijn uitermate efficiënt om een golf van faillissementen en ontslagen te voorkomen.
Een tweede zaak is het vermijden dat deze tijdelijke terugval ook nadien, wanneer het virus weer onder controle is, langdurig zal blijven wegen op onze groei. Een aantasting van het consumenten- en ondernemersvertrouwen kan leiden tot een gedaalde consumptie en minder bedrijfsinvesteringen. In een latere fase zal de overheid daarom misschien steun aan bedrijven moeten verlenen of hulp bij transformatieplannen in sectoren die misschien nooit meer dezelfde zullen zijn, zoals de luchtvaart en de toeristische sector. Om consumenten toch maar te laten consumeren doen zelfs wilde voorstellen de ronde, zoals het uitdelen van helikoptergeld, of een cheque voor alle Belgen, om de economie draaiende te houden. Maar zover zijn we nog lang niet. De kans is immers groot dat we automatisch een sterke inhaalbeweging in consumptie zullen zien, door uitgestelde aankopen, uitgestelde communiefeesten, verjaardagsfeesten, evenementen, enz. De Belg zal niet langer in zijn kot blijven zitten dan nodig.
Ten slotte komen we bij de vraag van het exploderende overheidstekort. In fel contrast met de begrotingsperikelen van een paar maanden geleden, lijken de mogelijkheden nu eindeloos. Een raming van een tekort van 30 miljard lijkt niet meer uit de lucht gegrepen. Moeten we vrezen voor een Covid-19 belasting binnenkort?
Wellicht niet. De omstandigheden zijn veranderd. Europa knijpt een oogje toe voor oplopende begrotingstekorten, en de ECB zal ervoor zorgen dat de rente voorlopig laag blijft door ongeziene opkoopprogramma’s die meer dan 1000 miljard extra in het financiële systeem zullen pompen. Ze zal ook overheidsschulden van de lidstaten opkopen, wat in feite neerkomt op een onrechtstreekse financiering van het tekort. De stormloop op de uitgifte van een nieuwe Belgische staatsobligatie eergisteren, toont aan dat de federale overheid voorlopig geen enkele moeite heeft om haar extra uitgaven te financieren. Via een verhoogde schuldgraad kunnen we de factuur voor ons uit schuiven.
In deze crisistijd beseffen we opnieuw het belang van de overheid, in de eerste plaats om de medische capaciteit op te drijven en mondmaskers te kopen, maar daarnaast ook om de economische schok voor bedrijven en gezinnen te verlichten, om via garanties te vermijden dat de kredietverlening stilvalt, en via betalingsuitstel te helpen deze periode te overbruggen.
In dit opzicht stelt het Europese niveau opnieuw zwaar teleur. De monetaire unie botst op haar institutionele tekortkomingen en de verdeeldheid tussen de Noordelijke en Zuiderse lidstaten. Zonder een verregaande solidariteit onder de vorm van bijvoorbeeld gezamenlijke schulduitgiften of euro-obligaties, dreigen de rentevoeten op het staatspapier van zwaar getroffen landen als Italië sterk op te lopen, en dreigt het gevaar van een nieuwe Europese schuldencrisis.
Deze informatie (en de eventuele bijgaande documenten) is louter bedoeld ter algemene informatie en vormt in geen geval een aanbod betreffende financiële, bank-, verzekerings- of andere producten en diensten, noch een beleggingsadvies.