Annelore Van Hecke
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
De economische schade die de Covid-19 crisis aanrichtte in de maanden april tot juni blijkt minder groot dan verwacht. De Nationale Bank publiceerde gisteren een eerste inschatting van de gerealiseerde groei tijdens het tweede kwartaal. De economische activiteit daalde met 12,2 procent, terwijl een achteruitgang van tussen de 15 en 18 procent verwacht werd.
Hoewel beter dan verwacht, is de krimp nog steeds ongezien groot. Ze is het gevolg van de sterke omzetdaling bij bedrijven tijdens de lockdown in april-mei, maar ook van de moeizame heropstart in mei en juni na de versoepeling van de Covid-19 maatregelen. Het herstel werd voornamelijk belemmerd door de zwakke (export)vraag naar producten en diensten.
Vanuit dit historische dieptepunt kan het enkel bergop gaan. Maar een snel herstel in de tweede helft van het jaar lijkt niet aan de orde.
Het producentenvertrouwen kende na de instorting in april een aanzienlijk herstel in mei, juni, en juli, maar bevindt zich nog steeds op een laag peil. Producenten geven aan dat vooral de vraag naar hun producten en diensten achter blijft. Door deze sombere vooruitzichten blijven investeringen uit. Ook door de liquiditeit- en solvabiliteitsproblemen van de afgelopen maanden gaan we ervan uit dat bedrijven nog lange tijd buffers zullen opbouwen en hun schuldpositie zullen verminderen in plaats van te investeren.
Ook de consumenten blijven zeer bezorgd over de vooruitzichten op de arbeidsmarkt, en sparen een groter deel van hun inkomen. Hoewel het consumentenvertrouwen in mei en juni verbeterde, kende het in juli terug een lichte verslechtering. De indicator blijft bovendien zeer laag ten opzichte van de situatie vóór de gezondheidscrisis.
Door het al bij al beperkte koopkrachtverlies bij de bevolking dankzij de sterke automatische stabilisatoren en de extra regeringsmaatregelen ter ondersteuning van werklozen en zelfstandigen, was er de hoop dat het herstel gedreven zou worden door een heropleving van de consumptie.
Maar de Nationale Bank gaf woensdag in een rapport aan dat de Covid-19 crisis nog langdurig zal blijven wegen op de gezinsconsumptie. Mensen consumeren voornamelijk minder door de beperkte toegang tot sommige activiteiten, maar ook door psychologische factoren zoals de vrees voor de gezondheid en het afschrikkend effect van gezondheidsregels zoals het dragen van een mondmasker in winkels. Mensen zetten zich voor een deel zelf in quarantaine en komen minder buiten, zoals ook bleek uit eerder onderzoek (cf. ook ons artikel: "Een nieuwe lockdown: economisch goedkoper?"). De vrees bestaat dat de nieuwe consumptiegewoonten nog enige tijd zullen aanhouden. Uit het onderzoek van de Nationale Bank van midden juli blijkt dat minder dan de helft van de deelnemers aan de enquête van plan is om meer uit te geven in de komende weken. De recente heropflakkering van het virus en verstrenging van de gezondheidsmaatregelen doen vermoeden dat de heropleving van de gezinsconsumptie nog verder zal vertragen.