Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
In China schiet het economisch herstel beter op dan verwacht. De detailhandel boekte in augustus voor het eerst een voorzichtige groei. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar stegen de verkopen met een half procent na zeven maanden van krimp. De Chinese consumenten lijken eindelijk de aansluiting te vinden met de heropleving die al langer zichtbaar was in de industrie. In augustus versnelde de groei van de industriële productie sterker dan verwacht naar 5,6 procent.
Ook de export is in goeden doen. Hij steeg voor de derde maand op rij door de heropstart van de overzeese markten in de EU en de VS. Chinese bedrijven profiteren van de wereldwijde vraag naar medisch materieel en mondmaskers en ook de export van technologische producten doet het goed. China was de eerste economie die dit jaar in het zand moest bijten, en ook de eerste om terug recht te krabbelen. De voorsprong in het industriële herstel zet de exportsector in een ideale positie om de vruchten te plukken van een heropleving van de vraag in het buitenland.
De Chinezen voeren daarentegen minder producten in vanuit het buitenland tijdens de afgelopen twee maanden. Op zich is dat goed nieuws voor de Chinese economische groei, maar niet voor de handelsrelaties met de VS. Begin dit jaar tekenden de Verenigde Staten en China het Fase 1-akkoord dat een pauze betekende voor de twee jaar durende handelsoorlog. De kern van dat akkoord was de Chinese belofte om tegen eind 2021 de invoer van Amerikaanse producten met minstens 200 miljard dollar te verhogen. Heel wat experts vonden dat bedrag al weinig realistisch vòòr het uitbreken van Covid-19. De globale recessie heeft de Chinese belofte nog moeilijker gemaakt. Uit berekeningen van het Peterson Institute for International Economics blijkt dat China in de eerste zeven maanden van dit jaar slechts 47 procent haalt van de afgesproken doelstellingen. Door het onzekere herstel in de VS lijkt het onwaarschijnlijk dat de Chinese invoer de achterstand nog kan inhalen.
Op een recente videoconferentie tussen hoge Amerikaanse en Chinese functionarissen zeiden beide partijen dat ze vastbesloten zijn om de deal uit te voeren. Een aanpassing van de Chinese voorwaarden omwille van Covid-19 komt er echter niet. Zowel in Washington als in Beijing heeft men geen zin om midden in een recessie het verdrag in de prullenmand te gooien en een nieuwe tarievenoorlog te starten. Maar de kans op een confrontatie in 2021 neemt toe als de Chinese binnenlandse markt niet snel genoeg herstelt. Dat is immers nodig om de vraag naar Amerikaanse producten hoger te jagen.