Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Covid-19 doet het wereldwijde energieverbruik dit jaar dalen met 5 procent en zorgt voor een tijdelijke reductie van de CO2 uitstoot (zie grafiek 1). Het duurt minstens tot 2023 voor de energievraag weer het pre-crisis niveau haalt. Dat schrijft het Internationaal Energieagentschap (IEA) in haar jaarlijkse ‘World Energy Outlook’ met vooruitzichten voor de energiemarkt. De cijfers en tabellen van het rapport zijn al sinds jaren een vitale bron van informatie voor het energiebeleid van overheden, bedrijven en investeerders over de hele wereld.
In haar basisscenario voorziet de IEA dat deze recessie op de energiemarkten nog een hele tijd blijft nazinderen. Dit jaar werden de fossiele brandstoffen, met name de olie- en kolenindustrie, heel hard geraakt. Door het stilvallen van het vliegverkeer en het vele thuiswerken is de vraag naar olie voor transport enorm gedaald. Nu het aantal besmettingen weer lijkt toe te nemen en veel landen de veiligheidsmaatregelen verstrengen, zal de vraag niet snel toenemen. De oliemarkt dreigt dus nog lange tijd te kampen met overschotten. Dat drukt de prijs en maakt de winning en de verwerking minder rendabel. De olieprijs is opnieuw gedaald richting 40 dollar per vat door signalen dat het economisch herstel aan kracht verliest in het vierde kwartaal. Grote oliebedrijven zoals BP, Shell en Total staan onder zware druk en hebben al aangekondigd duizenden banen te schrappen en de investeringen in fossiele brandstoffen terug te schroeven. De investeringen in de energiesector krijgen hierdoor een klap van 18 procent in 2020 en blijven volgens de IEA ook volgend jaar ruim onder het niveau van vroeger.
Terwijl het relatieve belang van fossiele brandstoffen verder lijkt af te nemen, verwacht de IEA de volgende jaren een doorbraak van de hernieuwbare energiebronnen, vooral op de elektriciteitsmarkt. In de gevestigde economieën zoals de eurozone voorziet de IEA in het basisscenario dat de elektriciteitsvraag tegen 2023 de oude niveaus bereikt (grafiek 2). Daarna stijgt de vraag met 0,8 procent per jaar, door een toenemende vraag naar elektrische auto’s en huisverwarming. Verder inzetten op groene stroom is nodig om aan de extra vraag te voldoen zonder de CO2 emissies de hoogte in te jagen. In de EU is het aandeel van hernieuwbare bronnen in het totale energieverbruik sinds 2004 meer dan verdubbeld naar 18 procent. Dat aandeel moet tegen 2030 minstens 32 procent bedragen om de EU klimaat- en energie doelstellingen te halen. Hoge ambities, maar wel haalbaar volgens het energieagentschap. Als overheden wereldwijd voldoende investeren in het duurzaam opwekken van energie kunnen zon, wind en waterkracht tegen 2025 de grootste bron van elektriciteit zijn. Een groot deel van die transitie komt op conto van China en India die volop de switch maken van kolen naar hernieuwbare energie.
De CO2-emissies zullen dit jaar met ongeveer 7 procent dalen door de zwakke economische vraag maar de daling van de uitstoot is slechts tijdelijk. Volgens de IEA krijgen we zonder een doeltreffend klimaat- en energiebeleid na deze crisis al vlug weer te maken met de oude hoge emissieniveaus. Het scenario zoals hierboven beschreven is dus zeker niet verworven.