Annelore Van Hecke
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Het zijn vreemde tijden. De rente staat al een tijdje historisch laag, en zakte nog verder door de Covid-19 crisis en het extreem soepele geldbeleid van de Europese centrale bank (ECB). Dat is goed nieuws voor kredietnemers, want er kan heel goedkoop worden geleend voor de financiering van een huis of een bedrijfsinvestering. Ook de Belgische staat kan bijvoorbeeld ontlenen aan een negatieve rentevoet voor looptijden tot 15 jaar en meer.
Voor banken is dat minder goed nieuws. De rente die zij kunnen aanrekenen aan kredietnemers is laag. Aan de andere kant verliezen zij geld aan de sterke aangroei van het spaargeld. Voor overtollige liquiditeiten betalen banken 0,5% rente aan de ECB. Daarnaast is er de verplichte minimumvergoeding van 0,11% (0,01% rente en 0,10% getrouwheidspremie) en de bankentaks die betaald moet worden op spaardeposito’s. Met andere woorden, de lage rente weegt op de winstcijfers van banken.
De bankenfederatie Febelfin pleit dan ook al jaren voor de afschaffing van de minimumvergoeding van 0,11% op spaargeld. Maar politiek blijft dit moeilijk liggen. Toch schuiven verschillende banken op in de richting van een nulrente of negatieve rente voor grote bedragen spaargeld, die ze in de eerste plaats aanrekenen aan hun professionele klanten. In onze buurlanden Nederland en Duitsland is deze evolutie al langer aan de gang, met negatieve rentes die aangerekend worden van zodra het gedeponeerde spaargeld een maximumbedrag overschrijdt. Meestal gaat het hier over grote vermogens en dus een beperkt aantal klanten.
Naar verwachting zal de huidige situatie van lage rentes nog lange tijd aanhouden. We zien de Europese Centrale Bank nog niet meteen haar extreem soepele geldbeleid terugdraaien aangezien de inflatie ondermaats blijft. Ook de financiële markten gaan ervan uit dat het monetair beleid nog jarenlang stevig verankerd zal blijven in negatief territorium. Het aanhouden van die lage rentes zet het verdienmodel van de banken steeds meer onder druk. Enerzijds blijft de hoeveelheid geld op de spaarboekjes maar aandikken. In oktober stond er maar liefst 284 miljard euro op de Belgische gereglementeerde spaarrekeningen. Aan de andere kant blijven de renteontvangsten van de bank dalen aangezien steeds meer oude leningen aan hogere rente afbetaald worden en nieuwe leningen aan veel lagere rentevoeten afgesloten worden.
Belfius heeft geen plannen om de vergoeding op particuliere spaarboekjes aan te passen. Maar voor haar ‘business’ klanten en de publieke sector zag de bank zich intussen wel genoodzaakt om negatieve rentes toe te passen vanaf bepaalde hoge spaarbedragen. Banken moeten immers hun financiële gezondheid en dus hun toekomstige solvabiliteit veiligstellen.
Door de lage rentevergoeding is het voor spaarders aantrekkelijker om hun spaargeld te investeren of om te beleggen op financiële markten, wat risicovoller is, maar op lange termijn een hoger rendement kan opleveren.