Annelore Van Hecke
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Afgelopen jaar lag niemand nog wakker van de begroting. In deze Covid-19 tijden moet de overheid nu eenmaal de geldsluizen openzetten om gezinnen en bedrijven te ondersteunen zodat de schade aan de economie beperkt wordt. Maar langzaamaan begint het tij te keren. Midden april kwam de Hoge Raad van Financiën, onze nationale begrotingswaakhond, met een rapport met aanbevelingen om vanaf 2023 de broeksriem terug aan te halen. Dat is nodig om onze schuldgraad te stabiliseren zodat deze niet oploopt tot boven 120% van het BBP. Ook Vlaams minister van Financiën en Begroting Diependaele kwam onlangs met een engagement om het Vlaamse begrotingstekort tegen het einde van de legislatuur te halveren. Eind april tenslotte diende België haar meerjarenbegroting in bij de Europese Commissie. Ondanks de tijdelijke opschorting van de begrotingsregels door Europa, zullen deze vanaf 2023 – eventueel in gewijzigde vorm – terug van toepassing zijn. Europa blijft erop hameren dat ook nu een structurele of blijvende begrotingsontsporing moet vermeden worden.
Volgens de vooruitzichten zal onze begroting inderdaad structureel ontsporen. Over de periode 2022-2026 spreken we van een blijvend tekort van 4 à 5% van ons BBP, of jaarlijks 23 à 24 miljard euro. Hierdoor zal onze schuldgraad -ondanks de lage rente- verder toenemen. Om onze schuldenberg te stabiliseren op 116% van het BBP, moet de regering het tekort terugdringen tot 3,4% BBP in 2024, zo berekende de Hoge Raad van Financiën. In haar meerjarenbegroting is België net iets minder ambitieus en mikt men op een tekort van -3,7% BBP tegen 2024 (zie grafiek).
Het geplande begrotingstraject baseert zich op de inspanning die voorzien is in het federale regeerakkoord van september vorig jaar. Die bestaat uit een beperkte vaste verbetering van de begroting met 0,2% van het BBP per jaar. Daarnaast zal er vanaf 2022 een bijkomende variabele inspanning geleverd worden van rond de 0,2% BBP indien de economie voldoende hersteld is van de Covid-19 crisis. Het is een goed idee om de begrotingsinspanning afhankelijk te maken van het economische herstel. Té snel starten met bezuinigen zou onze economie opnieuw in een recessie kunnen doen belanden. Maar te laat reageren doet de schuldgraad nóg verder oplopen en brengt de houdbaarheid van de openbare financiën in het gedrang. Het is duidelijk dat het begrotingsbeleid voor de komende jaren een moeilijke evenwichtsoefening wordt.
Het is voorlopig nog koffiedik kijken hoe een eventuele toekomstige begrotingssanering er concreet uit zal zien. De federale regering gaf in haar regeerakkoord aan dat de budgettaire inspanning zal worden verdeeld volgens de sleutel 1/3de uitgavenbesparingen, 1/3de extra belastinginkomsten en 1/3de zogenaamde "diversen". Op vraag van Europa engageren alle deelregeringen zich ook tot het uitvoeren van zogenaamde "spending reviews", waarbij alle overheidsuitgaven onder de loep genomen worden om te bekijken of ze nuttig en efficiënt zijn, wat de nodige besparingen kan opleveren.
De federale minister van pensioenen Karine Lalieux zal tenslotte tegen september van dit jaar een concrete pensioenhervorming voorleggen die de ontsporing van de vergrijzingskosten moet helpen drukken.
Waar zeker niet op bespaard mag worden, zijn de federale en regionale relanceplannen die de komende jaren voor een stevig pakket aan overheidsinvesteringen zullen zorgen. Deze investeringen zijn niet alleen noodzakelijk voor de groene en digitale omslag van onze economie, maar door hun impact op de economische groei zorgen ze ook voor terugverdieneffecten in de begroting. Een snelle relance en hogere groei helpen om onze begroting weer op het rechte pad te krijgen.