Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Onze havens zijn de poorten naar de rest van de wereld en daarmee zijn het belangrijke motoren van de economische groei en welvaart in ons land. Ze vertegenwoordigen 7 procent van het BBP en zijn goed voor bijna 6 procent van alle arbeidsplaatsen in België. Minder bekend is dat de havens ook een sleutelrol gaan spelen in de omschakeling van een lineaire naar een circulaire economie. De switch is cruciaal om de CO2-emissies te beperken en de klimaatdoelen van Parijs te halen.
De havens beschikken over een aantal troeven die van hen belangrijke spelers maken in die transitie. Als knooppunten van de stroom aan grondstoffen, producten en afval die in onze economie omgaan, hebben ze een grote expertise in logistiek, opslag en afvalbeheer. Er is vaak veel industrie in de nabijheid, met name in Antwerpen, dat één van de grootste petrochemische clusters ter wereld heeft. Bovendien hebben havens in de buurt van grote steden gemakkelijker toegang tot arbeid en kapitaal. Die combinatie van elementen maken van havens potentiële hotspots voor innovatie in de circulaire economie.
De meeste Belgische havens hebben nu al heel wat circulaire initiatieven lopen. Dat blijkt uit een recente studie naar de circulariteit van de havens in Antwerpen, Zeebrugge, Oostende, Brussel en Gent (North Sea Port Flanders).
De grootste haven van het land, Port of Antwerp, telt de meeste circulaire projecten, met een sterke focus op energie. De Antwerpse haven wil tegen 2025 een "Multi Fuel Port" worden, die naast de klassieke brandstoffen, ook duurzamere alternatieve brandstoffen aanbiedt. Als vijfde grootste bunkerhaven (een haven waar schepen komen tanken) van de wereld speelt de Antwerpse haven een belangrijke rol in de omschakeling naar groene brandstoffen in de scheepvaart. De bevoorrading van schone energie is ook van levensbelang voor de chemische bedrijven in en rond Antwerpen, die veel energie verbruiken voor de verwerking van grondstoffen. Het stoomnetwerk "Ecluse" is een mooi voorbeeld van een circulaire industriële samenwerking. De verbranding van restafval in de afval-energiecentrale van Indaver levert stoom op die via pijpleidingen andere havenbedrijven van energie voorziet. Die bedrijven moeten hun stoom dus niet meer zelf produceren of duur aankopen.
De meeste havens zetten de komende jaren zwaar in op waterstof om de CO2-uitstoot te verminderen. Waterstof (H2) is een energiedrager met veel toepassingsmogelijkheden. Ze kan dienen als brandstof voor transport, industrie en de huishoudens. Of ze kan gebruikt worden om energie op te slaan. De havenfusie van Antwerpen en Zeebrugge brengt twee grote energiehubs bij elkaar, wat de opschaling van de productie en import van groene waterstof mogelijk maakt. Ook North Sea Port (de fusie van de havens in Gent, Terneuzen en Vlissingen) heeft heel wat circulaire projecten lopen op het vlak van hernieuwbare energie en recycling. De haven zit bij de koplopers in Europa wat de productie van biobrandstof betreft en wil de komende jaren ook volop de kaart trekken van waterstof als energiebron.
De haven van Oostende is relatief klein in termen van goederenomslag maar heeft veel circulaire projecten lopen in het havengebied. Het is de uitvalsbasis voor de bouw en het onderhoud van verschillende windmolenparken op zee. Er is ook een circulaire bedrijvencluster waar afval wordt verwerkt tot nieuwe grondstof en wetenschappelijk onderzoek gebeurt. De Brusselse haven is traditioneel een binnenhaven, maar is wel in staat om zeeschepen te ontvangen. De meeste circulaire activiteiten zijn kleinschalig en hebben te maken met recycling van afval, terwijl in de andere Belgische havens energie en industriële processen belangrijker zijn.
Het is duidelijk dat het de Belgische havens niet ontbreekt aan ambitie om de transitie te maken naar een koolstofarme samenleving. Maar de uitdagingen zijn complex en vaak zijn de financieringsbehoeftes van de circulaire bedrijfsplannen op langere termijn moeilijk te becijferen. Minstens een kwart van de lopende projecten is afhankelijk van subsidies om financieel overeind te blijven. Dat zal de volgende jaren niet meteen veranderen. Er is nog veel werk te doen op het vlak van investeringen in infrastructuur en de aanpassing van wetten en regels om de business case van de circulaire economie rond te maken.
Bronnen:
NBB Working Paper July 2020, ‘Economic importance of the Belgian maritime and inland ports’.
Haezendonck, E.; Van den Berghe , K; ‘Patterns of Circular Transition: What Is the Circular Economy Maturity of Belgian Ports?’, november, 2020.
www.portofantwerp.com
www.northseaport.com
circularports.vlaanderen-circulair.be