12 augustus 2021
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Steeds meer Amerikanen maken zich zorgen over de hoge inflatie. In juli stegen de consumentenprijzen voor de tweede maand op rij met 5,4 procent ten opzichte van een jaar geleden. Daarmee blijft de inflatie in de V.S. hangen op het hoogste peil sinds 2008. Van sommige producten zijn de prijzen geëxplodeerd sinds de lente. Kopers van tweedehandsauto’s betalen ruim 40 procent meer dan vóór de Covid-19 crisis. Een schaarste aan halfgeleiders zorgt voor problemen in de autofabrieken en drijft de prijzen van zowel nieuwe als gebruikte wagens fors omhoog. Ook de huurprijzen, energiekosten en maaltijden in restaurants zitten al een tijdje in de lift. Dat laat zich vooral voelen in de portemonnee van de lagere en middeninkomens die een groter deel van hun inkomen besteden aan basisuitgaven in vergelijking met hogere inkomens.
Een deel van de prijsstijgingen heeft te maken met de heropstart van de Amerikaanse economie na de Covid-19 recessie. In combinatie met de ruime overheidssteun van de regering Biden zorgt dit sinds het voorjaar voor een indrukwekkend herstel van de vraag naar goederen en diensten. Door problemen met de toelevering van grondstoffen en andere materialen kunnen veel producenten de plots aantrekkende vraag echter niet bijbenen. In de bouwsector en grote delen van de industrie klagen bedrijfsleiders steen en been over materiaaltekorten die vertragingen veroorzaken en resulteren in hogere prijzen.
De Amerikaanse centrale bank ligt echter niet wakker van dit soort prijseffecten omdat ze "van voorbijgaande aard" zijn. Eens de knelpunten in de productieketens opgelost zijn, zal de druk op de prijzen weer afnemen volgens de Federal Reserve. De inflatiedata van juli lijken de monetaire beleidsmakers op dit punt gelijk te geven. De kerninflatie, die de schommelingen van energie- en voedselprijzen buiten beschouwing laat, vertraagde in juli na drie maanden sterker dan verwachte cijfers. Dat is een mogelijk signaal dat het ergste van de inflatie opstoot achter de rug is. Toch blijft de vrees bestaan dat de stijging van de consumentenprijzen van de voorbije maanden zal omslaan in een hardnekkige inflatie die voor langere tijd hoog blijft. De recentste maandelijkse enquête van de Universiteit van Michigan toont dat de Amerikaanse consumenten het volgende jaar rekening houden met een gemiddelde inflatie van 4,7 procent, ruim boven de 2 procent doelstelling van de centrale bank. Ook sommige economen waarschuwen dat de centrale bank het risico op een oververhitting van de Amerikaanse economie onderschat. Het inflatierapport van juli toont bijvoorbeeld dat niet alle prijzendruk te maken heeft met de tijdelijke opstartproblemen van de economie.
Zo was er voor de vijfde maand op rij een toename van de woonkosten te zien, die goed zijn voor ongeveer een derde van de consumenteninflatie. De forse klim van de Amerikaanse huizenprijzen zet zich op die manier door naar de huurmarkt. Vastgoedexperts voorspellen dat de stijging van de huurprijzen de rest van het jaar nog kan versnellen omdat de vraag op de Amerikaanse woningmarkt stevig blijft en het tijd vergt om nieuwe woningen op de markt te brengen.
Ook op de arbeidsmarkt is het inflatierisico de voorbije maanden duidelijk toegenomen. De heropening van de economie veroorzaakt niet alleen een schaarste aan grondstoffen en producten. In veel sectoren is er ook een tekort aan personeel, wat opwaartse druk zet op de lonen in de V.S. Dat maakt dat het risico op sterke inflatiecijfers de rest van het jaar hoog blijft. Het inflatiespook blijft dus zeker nog een tijdje rondwaren in de Amerikaanse economie.