10 januari 2022
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Tijdens de Covid-19 crisis bleek nog eens hoe kwetsbaar ons economisch model is voor schokken. Dat model is gebaseerd op grote hoeveelheden goedkope, gemakkelijk toegankelijke materialen en energie. Het oude lineaire systeem met zijn lange en complexe toeleveringsketens werd door de pandemie echter grondig verstoord. Met grote vertragingen, tekorten aan materialen en producten en forse prijsstijgingen als gevolg.
Wat is de circulaire economie?
Momenteel leven we nog volop in de lineaire economie, waarin grondstoffen worden ontgonnen om dingen te maken die na gebruik weer worden weggegooid. Hierdoor verbruikt elke Europeaan jaarlijks gemiddeld veertien ton grondstoffen en produceert hij elk jaar vijf ton afval. Dat afval, die producten en grondstoffen kunnen we echter opnieuw gebruiken, herstellen of recyclen. Wat afval is voor de één, wordt grondstof voor de ander. Nu al bestaan er in de bouw oplossingen waarbij je alle onderdelen van het gebouw bij afbraak opnieuw kan gebruiken. Door de onderdelen in elkaar te schroeven in plaats van aan elkaar te lassen. Je hergebruikt dus niet alleen de grondstof maar het volledige product. Uiteraard is het noodzakelijk dat het product van zeer hoge kwaliteit is zodat het heel lang kan meegaan. Dat is exact het principe van de circulaire economie. Het gaat er om de waarde van materialen en hulpbronnen zo lang mogelijk te behouden in de economie en ook om de hoeveelheid reststoffen zo laag mogelijk te houden.
Dat betekent dat als we willen recycleren, we nadien een even hoogwaardig product willen hebben. En dat blijkt niet zo eenvoudig te zijn. Neem nu de blauwe PMD-zak. Slechts een goeie helft van wat in die blauwe zak terecht komt wordt gerecycleerd omdat heel wat plastic vandaag nog niet te recycleren is. Het wordt gestort, verbrand of verscheept naar landen buiten de EU. Daarnaast is het problematisch dat heel wat van het gerecycleerde plastic van minderwaardige kwaliteit is en in producten terecht komt die uiteindelijk toch nog op de afvalberg belanden. Eenvoudigweg omdat recyclage niet meer mogelijk is. Het is dus van groot belang om een product al vanaf het concept zo te ontwerpen dat alle grondstoffen die erin zitten er weer zonder kwaliteitsverlies kunnen uitgehaald worden.
Naar schatting 80% van de impact die een product tijdens zijn levensduur op het milieu heeft, is te wijten aan het ontwerp. Het wordt voor bedrijven dus fascinerend om dankzij duurzame productontwikkeling -‘ecodesign’ – producten te lanceren die de tand des tijds kunnen doorstaan en zelfs nieuwe business-modellen te ontwikkelen die van ons totaal andere consumenten zullen maken. Waarom zouden we bijvoorbeeld nog een grasmaaier kopen als we deze ook kunnen huren, onderhoud en hersteldienst inbegrepen?
Bedrijven zullen ook meer gaan samenwerken, want wat de reststroom is van het ene bedrijf dient als grondstof voor een ander bedrijf. Een mooi voorbeeld van zo’n industriële symbiose is het gezamenlijke initiatief van Proximus en Umicore : ‘Don’t Miss the Call’. Via deze urban mining-campagne worden oude gsm’s verzameld bij de telecomoperator en het recyclagebedrijf voor edele metalen haalt er het kobalt, lithium, goud en zilver uit.
Waarom circulair denken onafwendbaar is.
Als we op de huidige manier verder doen zullen we tegen 2050 het equivalent van drie planeten nodig hebben om onze behoeften aan natuurlijke hulpbronnen te dekken en onze levenswijze aan te houden. Heel wat EU-landen zijn voor hun bevoorrading van materialen en energie bovendien sterk afhankelijk van de invoer van buiten Europa. Bovenop de schaarste van grondstoffen is er ook een sterke link tussen materialengebruik en klimaatverandering. In de EU is de productie van materialen voor dagelijks gebruik verantwoordelijk voor 45 procent van de CO2-uitstoot. Daarom is de transitie naar een circulaire economie één van de bouwstenen van de Green Deal, de Europese agenda voor duurzame groei.
Wat zijn de voordelen?
De transitie naar een circulaire economie verlaagt onze ecologische voetafdruk substantieel. In de EU kan dat leiden tot een afname van de CO2-uitstoot met bijna de helft tegen 2030 en zelfs 83 procent in 2050. Ook de economische baten zijn groot. Voor bedrijven in de EU kunnen maatregelen zoals afvalpreventie, ecodesign en hergebruik een kostenbesparing opleveren van 600 miljard euro of 8 procent van de jaarlijkse omzet. De nieuwe businessmodellen die ontstaan zorgen ook voor een nieuwe dynamiek met extra innovatie, groei en meer tewerkstelling. Zo komen er banen bij in recyclage, onderhoud en reparatie, sectoren die arbeidsintensief zijn. Bovendien mogen we verwachten dat de transitie nieuwe jobs zal creëren die vandaag nog niet bestaan.
Een nieuwe beloftevolle markt voor beleggers.
De switch van lineair naar circulair is ook een enorme opportuniteit voor investeerders. Die beoordelen bedrijven niet louter op basis van de financiële resultaten maar kijken ook steeds meer naar de prestaties op het vlak van duurzaamheid. Regulering en de beleggersvoorkeuren zullen maken dat niet duurzame bedrijven op termijn waardeloos worden.
Analisten schatten dat investeringen in de circulaire economie tegen 2030 zullen groeien naar 4500 miljard dollar, dat is meer dan een kwart van het huidige BBP van de EU. Vandaag is de wereldeconomie slechts voor 8,6 procent circulair, dus er is nog een lange weg te gaan. De omslag naar een circulaire samenleving is een trein die we met zijn allen niet mogen missen.