7 juli 2022
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Het klinkt te mooi om waar te zijn, maar er is voor bedrijven een manier om de tevredenheid van je personeel te verbeteren, de financiële prestaties op te krikken en tegelijkertijd van de wereld een mooiere plek te maken. Hoe? Door te focussen op ‘ESG’ op de werkplek, meer bepaald op de ‘S’ die staat voor de sociale impact die een bedrijf heeft.
ESG staat voor Environmental, Social en Governance (of milieu, maatschappij en bestuur) en verwijst naar de drie centrale factoren in het meten van de duurzaamheid van een organisatie. De voorbije jaren ging veel aandacht naar de eerste letter E of hoe een bedrijf bijdraagt aan en presteert op het gebied van milieu. De klimaatopwarming en de Europese ambities om tegen 2050 komaf te maken met de emissie van broeikasgassen zetten dit thema vooraan op de agenda voor overheden, bedrijven en investeerders.
Een groot deel van de focus bij duurzaam beleggen lag tot nu toe dus op de ecologische dimensie van ESG, maar dat verandert, want investeerders en beleggers houden steeds meer rekening met sociale – S – kwesties. Op landelijk niveau leiden sociale problemen vaak tot politieke onrust en een minder stabiele omgeving, met stakingen en betogingen. Op het niveau van het bedrijf kijken investeerders vooral naar hoe het bedrijf omgaat met zijn personeel. Wat zijn de werkomstandigheden, hoe staat het met de veiligheid en gezondheid, de diversiteit en gelijke kansen binnen de organisatie?
Een lange lijst van onderzoeken en academische studies heeft aangetoond dat gelukkige en gezonde werknemers productiever zijn en de bedrijfsprestaties aanzienlijk verbeteren. Gemiddeld stijgt de productiviteit met minstens 10 procent wanneer het personeel goed in z’n vel zit. Het is een beetje intuïtief: meer tevreden werknemers werken harder, blijven langer, produceren betere resultaten en zijn meer toegewijd aan een organisatie. Er is minder werkverzuim, burn-out en personeelsverloop. Ook de klanten merken het wanneer de werknemers zich goed voelen. Ze zijn meer betrokken bij hun werk, stellen vaker creatieve oplossingen voor en luisteren beter naar de wensen van de klanten. Al deze factoren hebben een positief effect op de financiële resultaten en scheppen waarde voor aandeelhouders en de bredere maatschappij.
De komende jaren zal het ESG-beleid en met name de aandacht voor de sociale aanpak bij ondernemingen nog in belang toenemen. De EU is van plan een raamwerk op te zetten – de sociale taxonomie – om te bepalen welke bedrijven en investeringen als sociaal worden beschouwd. Eerder deed Europa al hetzelfde voor het milieu, om vast te leggen welke economische activiteiten ecologisch duurzaam zijn. Bovendien zal sociale duurzaamheid een steeds grotere rol spelen in de ‘war for talent’ die sinds de Covid-19-pandemie in een stroomversnelling zit. Bedrijven die goed scoren op dat vlak kunnen makkelijker personeel aantrekken en zien minder mensen vertrekken. Vooral de ‘millennials’ – die nu een stuk in de 20 zijn en de dertigers - en ‘Generatie Z’ – de tieners en de jonge twintigers van vandaag – hechten relatief meer belang aan de zorg voor milieu en sociale kwesties dan hun voorgangers en zullen binnenkort het grootste deel van het personeelsbestand uitmaken. Een goede score op het vlak van ESG wordt zo steeds meer een concurrentievoordeel voor bedrijven om het talent van morgen aan te trekken.