Geen sprake van recessie op de arbeidsmarkt.

14 juli 2022

Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius


Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Deel deze pagina:  
  • Ondanks de toegenomen vrees voor recessie, blijft de vraag naar personeel in de V.S. en de eurozone uitzonderlijk sterk.
  • De krapte op de arbeidsmarkt zorgt voor een forse loongroei en geeft de centrale banken voldoende munitie om de rentes agressief te verhogen.

De afgelopen weken ging het gevreesde R-woord - recessie - steeds meer over de lippen in de V.S. Tegenvallende cijfers voor mei op het vlak van de fabrieksoutput en de zware correctie van de koersen op Wall Street wakkerden de vrees voor een recessiescenario aan. Maar daar is helemaal niks van te zien op de arbeidsmarkt, de belangrijkste motor van de economische groei in de V.S.

In juni kwamen er opnieuw 372.000 banen bij, vooral in sectoren die profiteren van de heropening van de economie na Covid-19. Aan dat tempo is de totale tewerkstelling goed op weg om in de loop van de zomer het niveau van vóór de pandemie te bereiken. Dat betekent echter niet dat de situatie op de Amerikaanse banenmarkt binnenkort identiek zal zijn als vóór de gezondheidscrisis. De zwaarst getroffen sectoren, zoals horeca en vrijetijdsbesteding tellen nog steeds ruim een miljoen minder jobs dan bij de start van vorig jaar. Veel werknemers in die contactintensieve sectoren keren niet terug naar hun oude jobs, omdat ze op pensioen gingen of een carrièreswitch maakten naar andere sectoren.

De arbeidsparticipatie, of het deel van de Amerikanen dat actief is op de jobmarkt, is in juni opnieuw gedaald en blijft ver achter op het pre-Covid-19-niveau. In combinatie met de sterke vraag naar personeel, zorgt dit voor enorme krapte op de arbeidsmarkt. De V.S. telt bijna twee vacatures voor elke werkloze en het gemiddelde loon lag in juni 5,1 procent hoger dan vorig jaar.

Ook in Europa draait de arbeidsmarkt al een tijdje op een hoog toerental. De werkloosheid in de eurozone daalde in mei naar een nieuw laagterecord van 6,6 procent. Anders dan in de V.S. is de arbeidsparticipatie van 15-64-jarigen in de meeste Europese landen volledig hersteld van de pandemie en zit die op een recordhoogte (zie grafiek). De keuze om in Europa de impact van de Covid-19-crisis op te vangen met systemen van arbeidsduurverkorting (ADV) en zo het banenverlies te beperken is de juiste gebleken. Volgens het IMF voorkwam het gebruik van ADV een extra stijging van de Europese werkloosheid met 2,5 procent en vergemakkelijkte het aanzienlijk de heropstart van de economie na de lockdowns. De graduele afbouw van de ADV-systemen in de tweede helft van vorig jaar en 2022 heeft zich niet vertaald in hogere werkloosheidscijfers. Integendeel, door de sterke vraag naar arbeid kampt ook Europa met een acute krapte aan personeel en opwaartse druk op de lonen.

Door de pijnlijk hoge inflatie en de lage werkloosheid stellen vakbonden en werknemers hogere looneisen in de collectieve onderhandelingen. Zo eisten de metaalarbeiders in Duitsland, dat op het vlak van loonvorming vaak een gidsland is voor de rest van de eurozone, al 8 procent nominale loonsverhoging. We gaan ervan uit dat de nominale loongroei in de eurozone dit jaar in de buurt van 4 tot 5 procent zal liggen en 3 tot 4 procent in 2023. Dat is niet voldoende om de klim van de consumentenprijzen te compenseren, maar ligt duidelijk boven het niveau waar de ECB naar streeft.

Kortom, de neerwaartse risico’s voor de groeivooruitzichten in de V.S. en Europa zijn de voorbije maand wel toegenomen maar dat zal de Fed en de ECB niet van koers doen veranderen. Door de uitzonderlijke krappe arbeidsmarkt en sterke looninflatie blijven de centrale bankiers vastberaden om deze zomer de rente fors op te trekken.



Ontdek de Belfius Convictions

Deel deze pagina: