2 maart 2023
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
De voorbije maanden heerste er ongerustheid over de kwetsbare staat waarin de Amerikaanse industrie zich bevindt. Maar de vertrouwensindicatoren in de sector lijken nu toch te verbeteren. De fabrieksactiviteit in de VS blijft in februari weliswaar krimpen, maar wat minder snel dan in de maand januari. De ISM-index voor de industrie noteert nu op 47,7 ten opzichte van 47,4 in januari. Een cijfer beneden de 50 wijst erop dat de fabrieksactiviteit aan het afnemen is. Het is de vierde maand op rij dat de Amerikaanse bedrijven hun industriële productie terugschroeven, na 28 maanden van aanhoudende expansie. Bij de ISM-enquête, waarbij managers uit de toeleveringsketen bevraagd worden, krijgen we ook een zicht op een reeks onderliggende elementen. Op de orderboeken bijvoorbeeld.
Het is nu al negen maanden aan een stuk dat de Amerikaanse fabrieken hun orderboek zien verschrompelen. Het is dus een logische reactie om de productie in te perken en in lijn te brengen met de afgenomen vraag. Maar de situatie is aan het keren. De nieuwe orders zitten nog altijd in een krimpmodus, maar de situatie is duidelijk verbeterd ten opzichte van januari. Dat zie je ook aan de exportorders. De voorraden in de fabrieken blijven aan de lage kant, wat goed nieuws kan zijn voor de toekomstige productie eens de vraag terug herneemt. Momenteel doen productiebedrijven het met wat minder arbeiders, maar een kaalslag wordt er voorlopig niet verwacht.
Nog opvallend: de vertragingen in de leveringen van de grondstoffen en onderdelen zijn zo goed als de wereld uit. Het is zelfs zo dat de bevraagde managers zulke snelle leveringstijden niet meer hebben meegemaakt sinds 2009. Dat was tijdens de Covid 19-crisis wel anders, toen de hele toeleveringsketen vierkant draaide. Fabrieken moesten hun productie vertragen of zelfs stilleggen omdat ze niet meer aan voldoende materiaal konden geraken. De jongste maanden hebben ze die achterstand van nooit uitgevoerde orders kunnen wegwerken.
Deze week maakte het commerciële departement van de Amerikaanse overheid ook bekend dat de bedrijfsinvesteringen in januari met 0,8 procent zijn gestegen in vergelijking met december. Dat is het sterkste cijfer sinds september. Ten opzichte van januari vorig jaar is er weliswaar een duidelijke vertraging, maar het is wel markant dat bedrijven in de huidige onzekerheid en met hogere kredietkosten toch nog beslissen om in hun toekomst te investeren. De komende maanden zullen die hogere rentes zich wellicht vertalen in lagere investeringen door Amerikaanse bedrijven. Dat is ook de bedoeling van de Federal Reserve. Via minder vraag in de economie wil de centrale bank de inflatie naar beneden krijgen.
Dat blijkt niet zo eenvoudig.
De arbeidsmarkt blijft erg sterk presteren, zelfs na bijna een jaar van agressief centrale bankbeleid. Het arbeidsrapport van januari was verbluffend met een groei van het aantal jobs met 517.000, terwijl er maar 187.000 waren verwacht. De werkloosheid viel terug naar 3,4 procent, dat is het laagste niveau sinds 1969. Jobs kwamen er vooral bij in de dienstensectoren zoals de vrije tijd en de horeca. Het gemiddelde uurloon kwam wel lager uit. Voor de inflatieverwachtingen is dat enigszins geruststellend omdat bedrijven hogere looneisen uiteindelijk doorrekenen.
Dankzij die stevige jobmarkt blijft het ook goed gaan met de Amerikaanse consument. Het consumentenvertrouwen zit sinds de zomer van vorig jaar overwegend in stijgende lijn. Niet zo verrassend dus dat de consument gretig bleef winkelen, zoals de cijfers van januari tonen.
En dat ondanks de nog steeds stevige inflatie van 6,3 procent. Ook de kerninflatie – die energie en voeding niet meetelt – blijft met 4,4 procent ongemakkelijk hoog. Sinds oktober is ze wel aan het afnemen.
En hoewel de Amerikaanse industriële activiteit nog van zijn pluimen verliest, zien we dat het vertrouwen in de dienstensectoren maand na maand verbetert en in februari zelfs opnieuw in expansief territorium terechtkomt.
Al die factoren samen doen vermoeden dat de Amerikaanse economie veerkrachtiger is dan vele waarnemers denken. Het moet gezegd: het vertrouwen van de Amerikaanse CEO’s is bij het begin van 2023 nog steeds gedeprimeerd. Volgens de CEO-enquête van de Conference Board houdt 93 procent onder de CEO’s rekening met een recessie in de komende 12 tot 18 maanden. De recessie zal echter kort en mild zijn, menen ze. Over de nabije toekomst zijn ze duidelijk minder bevreesd dan voorheen.
2023 begint dus niet zo slecht voor de Amerikaanse economie. Vele parameters zijn aan het verbeteren in de eerste twee maanden van 2023. Het zou dus best kunnen dat de Amerikaanse centrale bank zijn beleid nog zal moeten verstrengen om de inflatiegeest weer in de fles te krijgen. De financiële markten anticiperen daar de jongste maand ook op. Ze rekenen voor dit jaar op een beleidsrente van 5,5 procent. Zowat een half procent meer dan eind januari. Hoe strenger de FED uiteindelijk moet ingrijpen hoe reëler de kans wordt dat de VS uiteindelijk niet kan ontsnappen aan een recessie.
Onderstaande grafiek toont hoe de vertrouwensindicatoren in de industrie in de VS en de eurozone nog steeds in negatief territorium staan. In China is de activiteit weer volop aan de gang, na 3 jaar isolement door Covid.
Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. Als u gepersonaliseerd beleggingsadvies wil, kan u daarvoor terecht bij uw financieel adviseur. Hij bekijkt graag met u welke gevolgen deze visie mogelijk heeft voor uw persoonlijke beleggingsportefeuille. De vermelde cijfers zijn een momentopname en onderhevig aan wijzigingen.