25 juni 2021
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Met de heropening van de winkels en scholen en minder strenge regels voor restaurants en bars sinds april kwamen de straten in het V.K. weer tot leven. In april veerde het BBP op met 2,3 procent op maandbasis, na de krimp van 1,5 procent tijdens het eerste kwartaal van dit jaar. Vooral dienstenbedrijven zoals in de horeca en het toerisme floreerden.
De activiteit in de bouw en de industrie zat al langer in de lift en versnelde in juni naar het hoogste tempo sinds 1975. Het opheffen van de meeste Covid-19 maatregelen in de V.S., Azië en de EU zorgt voor een stortvloed aan nieuwe bestellingen bij de Britse fabrieken.
Maar het beeld is niet helemaal rooskleurig. Net als bij ons kampen de bedrijven in het V.K. met aanzienlijke tekorten aan materialen en producten, zoals metalen, hout en computerchips. Fabrikanten waarschuwen dat de bedrijfsvoorraden slinken naar de laagste niveaus in jaren en de kosten hoger jagen. Ze plannen een deel van die kostenstijgingen door te rekenen in hun eindproduct.
De consumenteninflatie die in mei al sterker was dan verwacht, zal hierdoor verder aantrekken in de tweede helft van 2021. De Bank of England verwacht dat de inflatie dit jaar een tijdje boven 3 procent zal liggen, om in 2022 terug te dalen door het wegvallen van tijdelijke factoren. Net zoals haar collega’s in Washington en Frankfurt heeft de centrale bank in Londen geen plannen om de beleidsrente binnenkort op te trekken.
Ook de brexit belemmert het herstel voor veel bedrijven die handelen met het Europese vasteland. In de eerste drie maanden van 2021 daalde de export richting de EU met 18 procent en kelderde de invoer uit de EU met 22 procent. Tijdens dezelfde periode daalde de Britse invoer uit de rest van de wereld slechts met 0,9 procent terwijl de uitvoer richting niet EU-landen zelfs een bescheiden groei van 0,4 procent kon voorleggen.
Die cijfers suggereren dat de brexit in het eerste kwartaal een veel grotere stoorzender was voor de handel met de EU dan de pandemie. Bedrijfspeilingen laten zien dat meer dan de helft van de bedrijven sinds januari problemen ondervindt bij het importeren en exporteren. Uitvoerders en transportbedrijven klagen vooral over de administratieve rompslomp aan de grenzen, die leveringen vertraagt en voor extra kosten zorgt.
Britse bedrijven hebben door de uittreding uit de EU ook meer moeite om personeel te vinden. Volgens een studie van de jobsite Indeed is het aantal Europeanen dat in het V.K. naar werk zoekt met 45 procent gedaald sinds het brexit-referendum van 2016. Dat is vooral zo voor laagbetaalde banen in de voedingsindustrie, de horeca en de gezondheidszorg. Bovendien verloren het afgelopen jaar veel buitenlandse werknemers – vaak afkomstig uit de EU - hun baan en keerden naar eigen land terug. Bedrijfsleiders waarschuwen dat een tekort aan personeel het economisch herstel kan afremmen en de lonen omhoog kan duwen.
Op korte termijn verwachten we echter dat de BBP-groei tijdens de zomer stevig blijft door de aantrekkende vraag van de consumenten en een hoog productietempo in de industrie. Dat zou de economie op koers zetten om een groei van 6,4 procent te halen in 2021. Daarbij veronderstellen we wel dat de opflakkering van de delta-variant van het Covid-19 virus tijdelijk is en geen roet in het eten gooit. Premier Boris Johnson stelde uit voorzorg ‘Freedom Day’ - de geplande grote versoepeling van 21 juni - met vier weken uit door de snelle verspreiding van de variant. Nog wat extra geduld en de Britse economie kan haar vleugels openslaan.