30 juni 2021
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Komt er zand in de Chinese groeimotor? Na de enorm sterke groeicijfers van het eerste trimester, lijkt de economische heropleving in China aan vaart te minderen. Uit de maandelijkse peiling van de Chinese ondernemingen blijkt dat de bedrijfsactiviteit in juni daalde voor de derde maand op rij. De productie in de fabrieken werd getroffen door een uitbraak van Covid-19 in de belangrijkste exportprovincie Guangdong. Bovendien krijgen exporteurs steeds meer last van de wereldwijde tekorten aan grondstoffen en andere producten. Zo weegt het gebrek aan computerchips op de productie en export van veel elektronische goederen. De daling van de infecties en de heropening van de economie in de V.S. en Europa doen bovendien de buitenlandse vraag naar textiel en electronica voor thuiswerk afnemen. In 2020 en begin dit jaar produceerden de Chinese fabrieken op grote schaal medische goederen zoals testkits en mondmaskers voor de rest van de wereld. Ook nieuwe laptops en andere thuiskantoorapparatuur kwamen vaak uit China.
De tekorten aan halfgeleiders en andere materialen, torenhoge kosten voor grondstoffen en verzending zetten de winstmarges onder druk en bedreigen het industrieel herstel. De stijging van de kosten laat zich zien in de Chinese inflatiecijfers. De prijzen aan de fabriekspoorten klommen 9 procent in mei, het snelste tempo in meer dan 12 jaar tijd, door fors hogere prijzen voor ruwe olie, ijzererts en non-ferrometalen. Tot nu toe zijn er geen harde bewijzen dat de producenteninflatie zich vertaalt naar een opstoot van de consumentenprijzen, maar de Chinese beleidsmakers nemen geen risico’s. Beijing zal de handel in en de opslag van grondstoffen opvoeren en indien nodig maatregelen nemen om speculatie en het hamsteren van voorraden tegen te gaan. De zorg is dat de producentenprijzen voor een langere periode op een hoog niveau blijven wat industriële bedrijven in financiële problemen kan brengen en de consumenteninflatie zou opdrijven boven de doelstelling van 3 procent. In dat scenario moet de centrale bank de rente vervroegd verhogen, wat het economisch herstel voortijdig riskeert af te remmen.
Ook de uitgaven door de gezinnen bleven de voorbije maanden onder de verwachtingen. De winkelverkoop profiteerde in maart nog van het heropenen van de economie maar de groei van de kleinhandelsverkopen verzwakte in april en mei. Na een trage start kwam de Chinese uitrol van vaccinaties vanaf maart goed op gang, waardoor recent de kaap van 1 miljard toegediende vaccins werd overschreden. Toch gaan de Chinezen nog niet massaal winkelen, op reis, of uit eten. De delta variant van het Covid-19 virus doet de infecties weer oplopen in het zuiden van het land en er zijn vragen over de beperktere efficiëntie van de Chinese vaccins in vergelijking met die in de V.S. en Europa. Hierdoor laat het herstel van de omzet in dienstensectoren zoals het toerisme en de horeca langer op zich wachten. Door de spectaculaire groeicijfers begin 2021 en de lage vergelijkingsbasis met vorig jaar, stevent de Chinese economie dit jaar af op een BBP-groei van meer dan 8 procent. De cijfers van de voorbije maanden maken echter duidelijk dat de piek van het groeiherstel in China achter de rug is.