Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
10 november 2021
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Eerst het goede nieuws. Voor het eerst staat in een definitieve COP-tekst dat fossiele brandstoffen verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde. Dat is een stap vooruit, maar het einde van het steenkooltijdperk is niet voor meteen. De brandstof is voor veel groeilanden in Azië en Afrika nog steeds erg belangrijk om in hun groeiende energiebehoefte te voorzien. Zo hebben China en India plannen om de komende jaren honderden nieuwe kolencentrales te bouwen. Het waren dan ook deze twee landen die tijdens de 26e VN-klimaattop ter elfder ure op de rem gingen staan voor de slotverklaring. Dat we met steenkool en fossiele brandstoffen zouden stoppen moest uit de tekst. Het werd vervangen door het ‘verminderen’ van het gebruik. Op die manier wordt het moeilijk om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5° C tegen het einde van de eeuw. Die limiet van anderhalve graad is cruciaal omdat klimaatrapporten benadrukken dat een opwarming boven dat niveau grote menselijke en economische schade zal veroorzaken.
Vóór deze top waren we op weg naar een opwarming met 2,7 graden, nu naar 2,4 graden. In de aanloop naar COP26 werd immers aan alle landen gevraagd om hun huiswerk te doen en hun nationale klimaatplannen aan te scherpen. Maar dat was dus ruim onvoldoende om de opwarming voldoende af te remmen. In Glasgow zijn de landen drie ambities overeengekomen om de zaken te versnellen.
Ten eerste worden de tijdschema’s veranderd. Alle landen beloven tegen eind 2022 hun klimaatplannen verder te verstrengen en niet tegen 2025 zoals eerder voorzien. Ten tweede voorzien de VS en Europa een ruimere financiering voor de energietransitie van de arme landen. In de komende drie tot vijf jaar stellen ze een pot van 8,5 miljard dollar ter beschikking aan Zuid-Afrika. In ruil daarvoor stemt Zuid-Afrika ermee in zijn om zijn steenkool afhankelijke elektriciteitssector koolstofvrij te maken. Als deze aanpak slaagt, kan het als voorbeeld dienen voor andere landen.
De derde manier om de klimaatstrijd te versnellen is meer nadruk te leggen op multilaterale afspraken zonder directe tussenkomst van de VN. Groepen van landen, bedrijven en steden worden aangemoedigd om ‘coalitions of the willing’ te vormen die hun eigen – strengere- emissiedoelstellingen formuleren. Onder impuls van de EU en de VS beloofden meer dan honderd landen om hun methaanuitstoot de komende tien jaar met een derde te verlagen en een einde te maken aan de ontbossing. Ook in het technische maar belangrijke dossier van de emissiehandel werd er eindelijk vooruitgang geboekt vergeleken met de klimaattop van Parijs. Na zes jaar onderhandelen raakten de partijen het eens over de spelregels voor een wereldwijde koolstofmarkt. Op die manier kunnen landen en bedrijven emissierechten ruilen en kopen van elkaar.
Bron: Climate Action Tracker
Als we de eindbalans opmaken van het ‘Glasgow Climate Pact’ dan kunnen we moeilijk spreken van een succes. Daarvoor bevat de slotverklaring nog te veel beloftes en ontbreekt het aan ingrijpende acties om de uitstoot van koolstof snel te reduceren. Maar er staan ook hoopvolle dingen in. De Amerikaanse klimaatgezant John Kerry wist het treffend te verwoorden: "Het klimaatakkoord van Parijs heeft de renbaan gemaakt voor de race tegen de klimaatopwarming, Glasgow is het startschot." Hopelijk wordt die race volgend jaar op de COP27 aan een hoog toerental gereden. Want het klimaat reageert niet op beloftes en afspraken, wel op een verlaging van onze uitstoot.