21 April 2022
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Voor de strengste lockdown ter wereld moet je in China zijn. Ongeveer 373 miljoen mensen in 45 steden zijn op de een of andere manier afgesloten van het dagelijkse leven. De afgelopen weken legde de Chinese overheid de strengste Covid-restricties op sinds het begin van de pandemie om de verspreiding van de zeer besmettelijke Omicron-variant in te dijken. De situatie in Shanghai springt het meest in het oog. Sinds eind vorige maand leven de meesten van de 26 miljoen inwoners er onder een vorm van huisarrest. Ze mogen hun woningen niet verlaten, zelfs niet voor boodschappen of medische afspraken.
De economische disruptie is deze keer veel groter dan bij de Delta-golf van vorige zomer. Voor het eerst zit Shanghai, het economisch kloppende hart van China, op slot. Het gecombineerde jaarlijkse bruto binnenlands product van de steden in lockdown is goed voor meer dan veertig procent van de economie. De dienstensector incasseert de eerste en hardste klappen. De bedrijfspeilingen van maart lieten al zien dat de activiteit in veel dienstenbedrijven ineen klapt. In de detailhandel daalde de verkoop vorige maand met 3,5 procent, de slechtste maand sinds april 2020.
De consumptie lijdt uiteraard onder de onverbiddelijke aanpak, maar er zijn meer redenen waarom de Chinezen opnieuw in een spaarkramp schieten. De financiële situatie van de gewone Chinezen is de voorbije jaren fors verslechterd. Het IMF maakte deze week bekend dat van alle landen die het bestudeert, de privé-schulden in China het meest zijn gestegen sinds het begin van de pandemie. Bovendien zijn veel Chinese gezinnen verarmd door de crisis in de vastgoedsector die nog steeds volop woedt. In maart daalde de verkoop van woningen met 26 procent op jaarbasis, opnieuw het slechtste resultaat sinds begin 2020. Tegelijkertijd verslechtert de toestand op de arbeidsmarkt in snel tempo. Sinds het einde van vorig jaar is de werkloosheid in China opgelopen tot 5,8 procent, het hoogste niveau in twee jaar tijd.
De activiteit in de industrie houdt redelijk stand maar hoe lang nog? Fabrieken in de getroffen regio’s kunnen voorlopig teren op bedrijfsvoorraden en houden vaak werknemers ter plaatse om de productie op peil te houden maar dat zijn tijdelijke oplossingen. De verstoringen zijn al goed te zien in de logistieke sector, waar de steeds strengere regels voor het vervoer wegen op de vrachtwagencapaciteit. De dagelijkse stroom van vrachtauto's langs de snelwegen is sinds het begin van de maand sterk afgenomen. De truckers die toch nog mogen rijden, verliezen veel tijd met viruscontroles, wat zorgt voor vertragingen. De havens blijven open maar ondervinden steeds meer last van oplopende wachttijden en opstoppingen. In Shanghai zijn de containerhavenvolumes naar schatting met één derde gedaald sinds het begin van de lockdown.
Ook de rest van de wereld zal deze schokgolven voelen. Logistieke experts waarschuwen dat de verstoringen in de fabrieksoutput, het wegvervoer en de congestie in de havens langer kunnen aanslepen. Met negatieve gevolgen voor de Chinese uitvoer en de wereldwijde toelevering van materialen en goederen vanuit ‘de fabriek van de wereld’. Het scenario van 2021 dreigt zich te herhalen: knelpunten in de aanvoer zorgen voor vertragingen, tekorten, hogere transportkosten en finaal voor duurdere producten in de Europese winkelrekken. Zelfs als de lockdown in Shanghai binnenkort wordt versoepeld, blijft de vrees dat de verstoringen in de logistiek de rest van het jaar kunnen aanhouden. De kans is reëel dat andere Chinese steden de komende maanden even hard ingrijpen als het virus er uitbreekt. Bovendien zijn de wereldwijde toeleveringsketens al kwetsbaar en overbelast door de effecten van de oorlog in Oekraïne.
Beijing pakte onlangs uit met het nieuws dat de economie tijdens de eerste drie maanden beter presteerde dan verwacht. De vooruitzichten voor de groei - met name voor de binnenlandse consumptie en de export - krijgen nu echter een aderlating. We verwachten dat de Chinese economie stagneert in het tweede kwartaal en dit jaar met slechts 4,5 procent zal groeien, ruim onder de 5,5 procent waar de regering van Xi Jinping op mikt.