4 augustus 2022
Annelore Van Hecke
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Rusland stopte inmiddels met gasleveringen aan Polen, Bulgarije, Finland, Denemarken en Nederland en verminderde de toevoer naar Duitsland, Italië, Frankrijk en andere landen. Het volume dat nog door de pijpleidingen naar Europa stroomt wordt angstvallig in de gaten gehouden. Waar twee weken geleden de opluchting groot was toen de leveringen hervat werden na een onderhoud aan de Nord Stream 1-pijpleiding, draaide Rusland vorige week de gaskraan opnieuw een beetje verder toe. Er stroomt nu nog maar 20% van de capaciteit door deze cruciale pijpleiding die vooral Duitsland van gas voorziet. De gasprijzen piekten navenant, tot 220 euro per megawattuur, en blijven nu op een extreem hoog niveau van rond de 200 euro per megawattuur hangen (zie grafiek). De astronomisch hoge prijzen compenseren Rusland ruimschoots voor de vermindering van het geleverde volume.
Europa was tot voor kort voor 40% van zijn gasleveringen afhankelijk van Rusland. Ons land, dat vooral gas invoert vanuit Noorwegen en Nederland is weinig afhankelijk van Russisch gas, maar als de prijzen op de Europese markt voor gas stijgen gaan ze ook bij ons evengoed de hoogte in. De Europese en dus ook Belgische economische vooruitzichten hangen in grote mate af van de Russische gastoevoer. De recente prijsstijgingen zullen de inflatie de komende maanden opnieuw hoger duwen, met een negatief effect op de koopkracht van gezinnen en de winstmarges van bedrijven. Meer en meer energie-intensieve bedrijven zullen noodgedwongen hun productie verminderen wanneer die niet langer rendabel is door de hoge kosten. Denk bijvoorbeeld aan het chemiebedrijf BASF dat vorige week zijn productie van ammoniak voor kunstmest in Antwerpen terugschroefde.
De Europese Commissie heeft intussen actie ondernomen om de strategische gasvoorraden aan te vullen en onze afhankelijkheid van Russisch gas terug te dringen. Het RePowerEU-plan van midden mei moet ervoor zorgen dat Europa onafhankelijk wordt van Russisch gas tegen 2030. Tegen eind dit jaar wil de Commissie de invoer van Russisch gas al met twee derde verminderen. Om dit op zo’n korte termijn te bereiken zal men vooral elders gas moeten aankopen, zoals vloeibaar LNG-gas vanuit de VS, Israël, Egypte en Nigeria. Daarnaast wil men het energieverbruik verminderen en de omschakeling naar hernieuwbare energiebronnen sterk versnellen.
Twee weken geleden schakelde de Europese commissie nóg een versnelling hoger, met een winterplan om de economische schade van een eventuele stop van de Russische gastoevoer te beperken. Het plan vraagt de Europese landen om hun gasverbruik van augustus tot en met maart volgend jaar te verminderen met 15%. Er wordt ook aangeraden om zoveel mogelijk over te schakelen op andere energiebronnen zoals hernieuwbare energie, maar ook steenkoolcentrales mogen heropgestart worden en ook de verlenging van de levensduur van kerncentrales is een optie. Ten slotte moeten de lidstaten hun nationale noodplannen bijwerken. Afschakelplannen moeten klaar zijn om eventuele tekorten op te vangen.
Al deze inspanningen ten spijt zou een volledige afschakeling van Russisch gas de Europese economie grote schade toebrengen. Een recente studie van het IMF geeft aan dat alternatieve bronnen op korte termijn slechts 70% van de Russische gastoevoer kunnen vervangen. Wanneer Rusland de gaskraan volledig dichtdraait voor de komende twaalf maanden zullen er in bepaalde Europese landen grote tekorten ontstaan. Het verschil tussen de Europese landen is groot. Tsjechië, Slovakije en Hongarije, die sterk afhankelijk zijn van Russisch gas en over weinig alternatieve aanvoerroutes beschikken, riskeren tekorten tot 40% van hun gasverbruik, wat een krimp tot 6% van hun bbp tot gevolg kan hebben. Italië, dat sterk afhankelijk is van gas voor haar energieproductie, kan haar bbp met 3,5 tot 5,5% zien dalen over de komende twaalf maanden. De impact op Duitsland en Oostenrijk zou oplopen tot meer dan 2% van het bbp, maar is sterk afhankelijk van hoe snel de markt zich kan aanpassen op basis van alternatieve bronnen en gegeven de infrastructuurbeperkingen. Voor de overige Europese landen is het effect minder groot. België zou tussen de 0,5 en 1,6% van het bbp verliezen in vergelijking met een situatie zonder gasleveringsproblemen. Deze inschatting houdt er rekening mee dat België in tijden van nood haar strategische reserves deelt met de rest van Europa, maar gaat niet uit van een rantsoenering in ons land uit solidariteit met de andere Europese landen. De kans dat België volop gas zal kunnen blijven verbruiken wanneer bijvoorbeeld ons buurland Duitsland zwaar moet rantsoeneren, lijkt echter niet erg groot.
Enige positieve noot is dat deze penibele situatie een wake-up call is voor Europa wat betreft haar energieafhankelijkheid. Een betere diversifiëring van energiebronnen en een versnelde transitie naar hernieuwbare energie zal ons op termijn meer betrouwbare, properdere en hopelijk ook heel wat goedkopere energie opleveren.