Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
14 maart 2025
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Het lijkt erop dat de wittebroodsweken tussen president Trump en de financiële markten voorbij zijn. De euforie van net na de verkiezingen is op korte tijd omgeslagen in een grote mate van onzekerheid omtrent het geopolitieke en economische beleid van de Amerikaanse president en de potentiële negatieve impact op de economische groei in de VS De bedrijfsenquêtes tonen dat het sentiment van de maakbedrijven in snel tempo afneemt door het voortdurend aan- en afkondigen van importtarieven. Zo werden op 3 maart tarieven ingevoerd van 25 procent op alle goederen uit Mexico en Canada maar enkele dagen daarna weer uitgesteld met één maand. Tijdens het schrijven van dit artikel werd dan weer bekend dat president Trump de invoertarieven voor Canadees staal en aluminium gaat verhogen naar 50 procent. Het incoherente beleid van het Witte Huis zorgt ervoor dat projecten, deals en investeringen op de lange baan worden geschoven.
Ook de besparingsdrang van DOGE (Department of Government Efficiency) doet bij velen de wenkbrauwen fronsen. Het departement dat onofficieel geleid wordt door Elon Musk, heeft al fors gesneden in het aantal personeelsleden bij federale agentschappen, zoals het Ministerie van Onderwijs. Ongeveer 200.000 werknemers werden al ontslagen en er zullen er nog volgen. Meer en meer commentatoren vrezen voor de negatieve impact op de arbeidsmarkt, de belangrijkste pijler van het consumentenvertrouwen en de barometer van de Amerikaanse economie.
Dezelfde bedrijfsenquêtes die wijzen op slechtere groeivooruitzichten tonen ook dat de inflatieverwachtingen bij bedrijfsleiders en consumenten fors zijn gestegen. De verwachtingen voor inputprijzen in de industrie klommen naar het hoogste niveau sinds 2022. Dit geeft aan dat producenten al te maken hebben met hogere prijzen in afwachting van heffingen op producten en materialen, zoals bijv. aluminium en staal. De verwachtingen van lagere groei en hogere prijzen in de bevragingen van consumenten en bedrijven doen op de financiële markten de vrees voor stagflatie toenemen. De koerswinsten die Wall Street boekte in de maanden na de verkiezingsoverwinning van Trump en de Republikeinen, werden op enkele weken tijd weggeveegd. Op de Amerikaanse obligatiemarkten concentreerde men zich vooral op de neerwaartse risico’s voor de economische groei. Daardoor daalden de langetermijnrentes en ook de verwachtingen voor de beleidsrente werden naar beneden bijgesteld. Op de rentemarkten wordt nu rekening gehouden met drie renteverlagingen (van telkens 0,25 procent) door de Amerikaanse centrale bank in de loop van 2025.
Dat lijkt overdreven, want de vrees voor hogere inflatie in de VS zal vroeg of laat weer de kop opsteken. Strategic Research ziet daarom een beperktere armslag voor de centrale bank om in de rente te knippen dan de markten momenteel rekening mee houden. We verwachten nog één verlaging met 0,25 procent op de rentevergadering van 19 maart en daarna een langere rentepauze.
Terwijl zorgen over de economische vooruitzichten in de VS hebben geleid tot verwachtingen van verdere renteverlagingen, heeft het vooruitzicht van een soepeler fiscaal beleid in de eurozone het tegenovergestelde effect gehad.
In Duitsland kondigde aanstaande bondskanselier Friedrich Merz ingrijpende hervormingen aan van het investeringsbeleid. De plannen, die gepaard gaan met een versoepeling van de Duitse begrotingsnormen, kunnen de economische groei in de grootste economie van de eurozone de komende jaren een flinke boost geven. Er komt een infrastructuurfonds van 500 miljard euro (ongeveer 12 procent van het Duitse BBP) en defensie-uitgaven boven 1 procent van het BBP worden vrijgesteld van de begrotingsregels. Ook op het niveau van de Duitse deelstaten komt er meer budgettaire vrijheid om te investeren. De zestien "Bundesländer" kunnen voortaan tot 0,35 procent van het BBP lenen om infrastructuurprojecten te financieren.
Ook de EU wil meer investeren, meer specifiek in de defensiesector en lanceerde daarom het plan Re-Arm Europe. Door investeringen in defensie buiten de begroting te houden en met nieuwe EU-leningen kunnen de lidstaten op vier jaar tijd de defensie-uitgaven met 800 miljard euro verhogen. Hoeveel groei extra investeringen in defensie uiteindelijk opleveren voor de Europese economie is niet duidelijk. Momenteel komt volgens schattingen van de EU bijna 80 procent van de militaire aankopen van buiten Europa. Om de economische boost van defensie-investeringen op te krikken, moet in de toekomst meer militair materiaal door Europese bedrijven zelf gemaakt worden. In Duitsland en ook in ons land analyseert men plannen om bijvoorbeeld autofabrieken om te bouwen voor de productie van defensiemateriaal. Een dergelijke omslag zal natuurlijk tijd vergen.
De recente Duitse en Europese plannen om de investeringen de komende jaren fors te verhogen, zorgen voor meer optimisme over de groeivooruitzichten. Daardoor gingen de obligatierentes in de eurozone de hoogte in. De klim van de langetermijnrentes belette de Europese Centrale Bank (ECB) niet om op de recente monetaire vergadering verder in de beleidsrente te knippen. De depositorente werd voor de vijfde keer op rij verlaagd en is beland op een niveau van 2,5 procent. President Lagarde zei op de persconferentie dat de inflatiedruk in de eurozone blijft afnemen en waarschuwde voor de negatieve impact op de economie van de handelsspanningen met de VS.
De komende weken worden op dat vlak opnieuw spannend voor beleggers en investeerders. Eerst is er de vergadering van de Amerikaanse centrale bank op 19 maart. Tegen eind deze maand wordt een stemming verwacht over de ambitieuze investerings- en defensieplannen in het Duitse parlement. Maar de meeste aandacht zal uitgaan naar wat beslist wordt in Washington op het vlak van importtarieven. President Trump zal op 2 april aankondigen hoeveel taksen hij gaat leggen op goederen uit de EU en de rest van de wereld.
Bronnen:
Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, weerspiegelt de visie van Belfius Bank op de financiële markten. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. De vermelde cijfers geven de situatie op een bepaald moment weer en kunnen veranderen.