17 februari 2025

Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Deel deze pagina:  

Canada en Mexico op de knieën

Hoewel onvoorspelbaarheid een vaak gebruikte omschrijving is geworden voor de politiek van de Amerikaanse president Trump, kan je er mogelijks toch een patroon in zien. Eerst neemt hij pijnlijke beslissingen en stelt ze vervolgens uit om de tegenstander op de knieën te dwingen. Op 1 februari besliste hij om alle import van Mexicaanse en Canadese producten met 25% importheffingen te belasten. Maar te elfder ure stelde hij die harde maatregelen uit met een maand. Zowel Canada als Mexico beloofden immers om extra troepen te sturen naar de grens met de VS om illegale immigranten tegen te houden, evenals drugstransporten. Deze twee Amerikaanse handelspartners zijn bijzonder kwetsbaar. Een kleine 20 procent van het Canadese BBP (bruto binnenlands product) wordt gemaakt dankzij uitvoer naar de VS, in Mexico is dat zelfs meer dan 30 procent.1 Een handelstarief van 25% zou hun economie wellicht dit jaar nog in een recessie storten.

Heffingen op staal en aluminium als pasmunt?

Intussen besliste Trump ook om wereldwijd 25 procent importheffingen te lanceren op aluminium en staal. Ze worden geheven vanaf 12 maart, maar Trump zal ze wellicht gebruiken om betere handelsvoorwaarden af te dwingen, net als in zijn eerste ambtsperiode. Anderzijds zijn ze ook bedoeld om zijn achterban tevreden te stellen in staten zoals Pennsylvania waar zich een van de grootste staalbedrijven ter wereld bevindt (US Steel). De idee leeft immers sterk in de Amerikaanse staalindustrie dat er in de rest van de wereld een gesubsidieerde overcapaciteit bestaat, waardoor buitenlandse concurrenten hun staal té goedkoop kunnen aanbieden in de VS.

De Europese Unie deelt dus nu al in de klappen van het handelsbeleid via de staal- en aluminiumindustrie. De Europese Commissie heeft al beloofd om met gepaste tegenmaatregelen te komen. Maar wellicht wordt er op dit ogenblik druk overlegd om de staalheffingen alsnog af te wenden. Met 3,57 miljoen ton is de Europese Unie de derde belangrijkste leverancier van staal aan de VS, goed voor 14% van de totale staalexport vanuit de EU.2 Duitsland is veruit de grootste producent van staal in Europa, gevolgd door Italië en Spanje. België volgt op de 7e plaats.3

Hoe vaart de Amerikaanse economie bij de politiek van Trump?

In de VS zijn er duidelijk twee tegenwerkende krachten aan het werk. Enerzijds is er de goede staat van de economie met een hoge productiviteit. Dit heeft de grootmacht onder andere te danken aan zijn massieve investeringen in artificiële intelligentie. De economie draait goed en president Trump is van plan om hier nog een stimulans bovenop te gieten met belastingverlagingen voor zowel de consument als voor de bedrijven.

Maar aan de andere kant wringt het beleid van Trump tegen. De Federal Reserve berekende in 2018 wat een handelstarief van 10 procent op alle importgoederen zou betekenen voor de inflatie en de economische groei. Zowat 11 procent van wat de Amerikanen consumeren komt uit het buitenland. Een wereldwijd handelstarief van 10 procent zou de inflatie tijdens 1 jaar 1,1 procentpunt hoger brengen. Tegelijkertijd zou het de economie afremmen met 1,4 procentpunt over een periode van verschillende jaren.

Deportatie is een risico voor inflatie

Er is nog een kanaal via het welke het leven van de Amerikaan duurder zou worden en de groei minder uitgesproken zou zijn. Immigratie met name. President Trump wil naar eigen zeggen miljoenen illegalen het land uitzetten en is alvast begonnen met enkele symbolische uitwijzingen. Immigranten zijn echter een belangrijke groep in de Amerikaanse arbeidsmarkt. Ze vertegenwoordigen 17 procent van de actieve werknemers in de VS, illegale immigranten inbegrepen. Na de pandemie zijn er zowat 7 miljoen immigranten toegetreden op de Amerikaanse arbeidsmarkt, wat heeft gezorgd voor extra economische groei. De aanhoudende groei van de afgelopen jaren heeft vele economen verrast en uit recent onderzoek blijkt dat zowat een vijfde van die expansie rechtstreeks is toe te wijzen aan immigratie.4 Uiteraard zijn dit voornamelijk legale immigranten, maar een deel van hen kwam zonder de nodige documenten het land in. Ze werken in restaurants, pakjesbedrijven, op boerderijen enzovoort. Nu al zien bedrijven hun illegale werknemers niet meer opdagen omdat ze angst hebben om opgepakt te worden. Zo vrezen sommige landbouwbedrijven niet tijdig te kunnen oogsten omdat ze geen plukkers meer vinden. De jongste jaren werden vacatures makkelijker ingevuld dankzij de aanwezigheid van (illegale) immigratie. Dat was een zegen omdat de Amerikaanse arbeidsmarkt erg krap is. Tegelijkertijd zorgde deze extra arbeidsreserve ervoor dat de looneisen ietwat werden getemperd. De looninflatie is nog altijd stevig in de VS. Ze bedraagt nog steeds ruim 4 procent volgens de cijfers van januari. Dat betekent dat de Federal Reserve nog steeds voorzichtig zal blijven in de versoepeling van haar beleidsrente. Amerikaanse werkgevers koesteren immers nog plannen om nieuwe mensen aan te werven. Het ziet er dus niet naar uit dat de arbeidsmarkt op korte tijd gaat afkoelen. De Amerikaanse consument is immers in zeer goeden doen en blijft gezwind kopen. De bedrijven van hun kant – en zeker de kleinere bedrijven die minder afhankelijk zijn van duurdere import voor grondstoffen of onderdelen – hebben de intentie om stevig te investeren in de komende tijd.

Maar dat alles zou het tij precies doen kunnen keren. Als de economie oververhit geraakt en de inflatie opnieuw aantrekt zal de Federal Reserve haar beleidstarief misschien zelfs opnieuw moeten verhogen. En dat zou de Amerikaanse economie opnieuw afremmen. Zo zou Trump dus het omgekeerde bereiken van wat hij van plan was.

Drill baby drill??

Tot slot nog dit. President Trump wil dat de Amerikaanse energiegiganten hun productie fors opvoeren. Zo hoopt hij de VS meer energie onafhankelijk te maken en energie ook goedkoper te maken dankzij het grotere aanbod. Tijdens zijn inaugurale speech herhaalde hij zelfs zijn bekende woorden "drill baby drill". Het is echter absoluut niet zeker dat de grote energiebedrijven nieuwe olie- en gasvelden gaan ontginnen. Op dit moment is er van hun kant zelfs weinig appetijt om hierin te investeren. De jongste jaren zijn ze immers "all the way" gegaan om hun productie op te vijzelen.

Crude oil production

Major natural gas producers

De VS zijn de jongste jaren zelfs de grootste olie- en gasproducent ter wereld geworden. Na de intense investeringscyclus van de jongste jaren is er bijvoorbeeld niet veel enthousiasme voor nieuwe projecten in de oliebusiness omdat de prijs voor een vat ruwe olie momenteel te laag is. Die zit momenteel ruim onder 80 dollar per vat, wat de break-even-prijs zou zijn voor nieuwe boringen. De onontgonnen olie bevindt zich immers op steeds moeilijkere en gevaarlijkere plekken. Bovendien zitten de omstandigheden niet mee. De vraag naar ruwe olie is structureel aan het dalen door de vertraging van de Chinese economie en de energetische transitie die zich volop manifesteert in zowel China als in Europa. Op dit ogenblik zijn de voorraden van ruwe olie in de VS aan het uitdeinen. De Amerikaanse overheidsadministratie die inschattingen maakt over de olieproductie verwacht ook niet dat de olieproductiestijging een zelfde tred aanhoudt als de afgelopen jaren.5

1 Worldbank.org
2 American Iron and Steel Institute
3  EUROFER-2024-Version-June14.pdf
4  Immigration and the U.S. economy since the pandemic: an accounting exercise
5  Short-Term Energy Outlook - U.S. Energy Information Administration (EIA)

Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, weerspiegelt de visie van Belfius Bank op de financiële markten. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. De vermelde cijfers geven de situatie op een bepaald moment weer en kunnen veranderen.

Deel deze pagina: