27 januari 2022
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius
Centrale bankiers zijn berucht om hun omfloerste taal als ze spreken over de rente. Maar Fed-voorzitter Jerome Powell wond er gisteren geen doekjes om. De centrale bank in Washington is van plan om in maart haar beleidsrente te verhogen, voor het eerst sinds 2018. In maart komt er ook een einde aan de activa aankopen door de Fed.
De Amerikaanse centrale bank heeft op korte tijd een heuse ommezwaai gemaakt in haar monetaire koers. Slechts enkele maanden geleden klonk het nog dat er volop steun nodig was zodat de economie volledig kon herstellen van de Covid-19 crisis. Daarbij hield de Federal Reserve vooral de vooruitgang op de arbeidsmarkt in de gaten. In december daalde de werkloosheidsgraad echter naar 3,9 procent, niet ver verwijderd van het niveau van vóór de pandemie. De Fed mikte op 4 procent als drempel om van een volledig herstel van de banenmarkt te kunnen spreken. Nu dat doel bereikt is, heeft de centrale bank geen argumenten meer om haar beleid niet te verstrakken.
Bovendien is de forse heropleving op de arbeidsmarkt slechts de helft van het verhaal. De Fed heeft immers een dubbel mandaat. Naast het bereiken van maximale werkgelegenheid is het zaak om de inflatie onder controle houden. En dat laatste lijkt niet meer te lukken. In december rukte de inflatie in de V.S. op naar 7,1 procent, het hoogste niveau in veertig jaar tijd en een veelvoud van de 2 procent waar de centrale bank naar streeft. Hoge energieprijzen, aanslepende problemen met de toelevering vanuit Azië en de forse klim van de lonen suggereren dat de inflatiedruk niet vanzelf zal afnemen. Hoog tijd dus voor de centrale bank om komaf te maken met haar crisisbeleid van de voorbije jaren en het geweer van schouder te veranderen
De logische vraag is dan: hoe vaak en hoe snel moet de rente omhoog om de inflatie in de V.S. onder controle te krijgen? In hun meest recente prognoses mikten de beleidsmakers dit jaar op drie renteverhogingen van een kwart procentpunt, met meer in het verschiet in 2023 en 2024. Op de financiële markten vinden velen dat echter onvoldoende. Er wordt gevreesd dat de hardnekkig hoge inflatie de Fed zal dwingen om agressiever te werk te gaan. De handel in termijncontracten die aan de korte rente zijn gekoppeld, laat bijvoorbeeld zien dat er dit jaar vier renteverhogingen worden verwacht, en dat deze zelfs richting vijf gaat.
Vijf verhogingen met telkens 0,25 procent op minder dan één jaar tijd zou de snelste verstrakking betekenen van de voorbije twintig jaar. Dat lijkt in de huidige omstandigheden een tikkeltje te agressief. Ten eerste omdat in de tweede helft van 2022 een deel van de inflatiedruk zou moeten afnemen. Experts in de logistiek verwachten dat de knelpunten in het goederentransport tegen dan minder acuut worden. Ook de looninflatie zou in de loop van dit jaar weer afkoelen naarmate meer Amerikanen de weg terugvinden naar de arbeidsmarkt.
Bovendien zorgt de rentespeculatie op de financiële markten nu al voor een verkrapping nog vóór de Fed de rente officieel optrekt. De Amerikaanse obligatierentes zijn sinds eind december al met 0,25 tot 0,30 procent gestegen met hogere leenkosten voor iedereen, van huizenkopers en ondernemers tot de federale overheid. Tegelijk kijkt Wall Street door de vrees voor renteverhogingen aan tegen een dieprode start van het beursjaar. Het regionale Fed kantoor van Atlanta berekende dat het effect van de veranderingen in de marktrentes sinds eind 2021 overeenkomen met een officiële renteverhoging van de beleidsrente met 0,6 procent. Met andere woorden, het vooruitzicht dat de korte rente omhoog zal gaan, zorgt nu al voor afkoeling.
De korte rente is trouwens niet de enige hefboom waarover de centrale bank beschikt in haar strijd tegen overdreven hoge inflatie. De Fed is ook van plan om haar posities in Amerikaanse schatkistobligaties en door hypotheken gedekte waardepapieren in te krimpen. In een eerste fase (tegen maart) houdt ze op met de aankoop van staatspapier en andere schuldtitels. Daarna komt de klemtoon te liggen op het reduceren van de balans die tijdens de Covid-19 crisis werd opgeblazen naar bijna 9.000 miljard dollar. Net zoals de obligatieaankopen van de Fed tijdens de pandemie hielpen om de leenkosten laag te houden, betekent een kleinere Fed-balans op de financiële markten minder vraag naar schuldpapier met hogere rentetarieven als gevolg.
Gisteren maakte de Amerikaanse centrale bank duidelijk dat ze het hoofdstuk Covid-19 afsluit en volop ten strijde trekt tegen de hoge inflatie. Maar de beleggers blijven zich afvragen hoe hard de Fed op het rempedaal zal trappen. Als ze aarzelen met het optrekken van de rente, dan loopt de inflatie verder uit de hand. Gaan ze te snel dan kan de economische groei stilvallen. Het wordt een delicate evenwichtsoefening voor Jerome Powell en zijn bestuur.